Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0104/TA, 17 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:17-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/104/TA

betreft: [klager] datum: 17 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 januari 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting, betreffende het het slechts éénmaal fruit ontvangen hebben tijdens klagers afzondering,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. A.J. van der Velden om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op verzoek van klager heeft
mr. W.E.R. Geurts het beroep schriftelijk toegelicht.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Bij uitspraak 13/3185/TA, 13/3137/TA, 13/3206/TA en 13/3969/TA van 12 maart 2014 heeft de beroepscommissie overwogen dat zij bij door klager ingediende zaken onderscheid zal gaan maken naar klachten en grieven, waarbij zij een brief betreffende een
grief niet als beroep in behandeling zal nemen. Met betrekking tot het onderhavige beroep is dit onderscheid nog niet gemaakt, omdat dit beroep is ontvangen vóór de uitspraak van de beroepscommissie van 12 maart 2014.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. De beroepscommissie zal klachten als de onderhavige
(fruitkwestie)
in de toekomst als grief beschouwen, zoals zojuist beschreven.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr.drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 17 april 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven