nummer: 13/3167/TA
betreft: [klager] datum: 16 april 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
het hoofd van FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,
gericht tegen een uitspraak van 9 juli 2013 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 24 maart 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught is namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg
gedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.
De raadsvrouw van klager, mr. A.A. Bloemberg, heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag – voor zover in beroep aan de orde - betreft de inbeslagneming van klagers tosti-ijzer.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op 23 april 2013 is klagers tosti-ijzer na een kamercontrole van zijn kamer verwijderd. Een dergelijk apparaat mag in verband met
de veiligheid niet op de eigen kamer staan. Hetgeen klager stelt omtrent het enkel gebruiken van het tosti-ijzer in de gemeenschappelijke ruimte kan de inrichting bevestigen noch tegenspreken. Het is onbekend of klager het tosti-ijzer weleens op zijn
eigen kamer heeft gebruikt. De inrichting acht het niet verantwoord dat het tosti-ijzer op de kamer voorhanden wordt gehouden, omdat het voor de afdeling lastig is om te controleren of een dergelijk apparaat op de kamer wordt gebruikt. Het apparaat kan
namelijk ook in de nacht gebruikt worden. Op de patiëntenkamers mogen zo min mogelijk apparaten staan die extra belastend zijn voor het stroomnet. Een tosti-ijzer is extra belastend voor het stroomnet. Dit brengt veel weerstand teweeg, waardoor er
brandgevaar ontstaat. Daarnaast wil de inrichting zo min mogelijk apparatuur op de kamers die een extra risico met zich meebrengen in crisissituaties. De patiënten hebben ruime mogelijkheden om hun eten te bereiden op de afdeling. Ook op de afdelingen
zijn tosti-ijzers aanwezig. Hierop is echter toezicht door sociotherapie.
De omstandigheid dat op de kamer van verpleegden bepaalde voorwerpen voorhanden mogen worden gehouden, betekent nog niet dat deze onbeperkt gebruikt mogen worden. In bepaalde situaties kunnen deze voorwerpen in beslag worden genomen.
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Het standpunt van het hoofd van de inrichting dat een tosti-ijzer een belasting vormt voor het stroomnet is niet onderbouwd en zou tevens moeten
betekenen dat een tosti-ijzer in de gehele kliniek niet gebruikt zou mogen worden. Klager verwijst verder naar het standpunt zoals voor de beklagcommissie naar voren gebracht.
3. De beoordeling
Op grond van artikel 44, tweede en derde lid van de Bvt kan het recht van de verpleegde om hem toebehorende voorwerpen in zijn persoonlijke verblijfsruimte te plaatsen of bij zich te hebben worden beperkt. Uit de huisregels van De Rooyse Wissel (meer
specifiek uit bijlage 1 onder 2 e van de Regels voor het inrichten van uw kamer) blijkt dat het niet is toegestaan om voorwerpen/goederen op de eigen kamer voorhanden te hebben die (brand)gevaarlijk zijn De beroepscommissie is van oordeel dat het
hoofd
van de inrichting in redelijkheid het standpunt heeft kunnen innemen, dat voorwerpen die brandgevaarlijk zijn en/of die een extra risico met zich meebrengen in crisissituaties, waartoe een tosti-ijzer moet worden gerekend, niet op de kamers van
verpleegden voorhanden mogen worden gehouden. Het feit dat klager het betreffende tosti-ijzer al langere tijd op zijn kamer in bezit had, doet hier niet aan af. De beroepscommissie acht tevens van belang dat op de afdelingen ook tosti-ijzers aanwezig
zijn, die door verpleegden kunnen worden gebruikt. Mitsdien zal het beroep van de directeur gegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en prof. dr. H.J.C. van Marle, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 16 april 2014
secretaris voorzitter