Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0013/GA, 16 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:16-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Urinecontrole  v

Uitspraak

nummer: 14/13/GA

betreft: [klager] datum: 16 April 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Hoogvliet,

gericht tegen een uitspraak van 24 december 2013 van de beklagcommissie bij de locatie Hoogvliet, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 maart 2014, gehouden in de penitentiaire inrichting Amsterdam Over-Amstel, is gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van genoemde locatie.

Van het verhandelde ter zitting is een verslag opgemaakt dat is verzonden aan klager en de directeur van voornoemde inrichting. Klager heeft niet gereageerd op het verslag.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet aanzeggen van een urinecontrole de dag voor de controle.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep haar tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Volgens de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen (verder: de Regeling) moet de gedetineerde vooraf de reden van de controle worden
medegedeeld en dient uitleg gegeven te worden over de te volgen procedure. Hieruit blijkt niet dat een urinecontrole vooraf moet worden aangekondigd bij een gedetineerde. Hoewel getracht wordt een urinecontrole altijd tijdig aan te kondigen, is dit
geen
wettelijke verplichting.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Geen wettelijke regeling schrijft voor dat het afnemen van urine ten behoeve van een urinecontrole van tevoren bij de desbetreffende gedetineerde dient te worden aangekondigd door het inrichtingspersoneel. Het beroep van de directeur zal derhalve
gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.J.G. Bleichrodt en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. T. Nauta, secretaris, op 16 april 2014

secretaris voorzitter

Naar boven