Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3872/TA, 16 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:16-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3872/TA

betreft: [klager] datum: 16 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 november 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 maart 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught is klagers raadsvrouw, mr. A.L. Louwerse, gehoord. Namens klager is schriftelijk bericht dat hij niet ter zitting zal verschijnen. Het hoofd
van de inrichting heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet doorgaan van het sociaal verlof van 19 oktober 2013.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De staf heeft een lijst opgehangen met goedgekeurde verloven. Hierop stond ook het verlof van klager van 19 oktober 2013 vermeld. Klager mocht
er
derhalve op vertrouwen dat zijn aanvraag was goedgekeurd. Er was dus geen sprake van een verlofaanvraag, maar van een reeds ingepland verlof. Dit verlof heeft geen doorgang kunnen vinden door personeelstekort. Dit wordt door de inrichting bevestigd.
Volgens klager is er sprake van een structureel tekort. Klager kan dit onderbouwen en verwijst hiervoor naar eerdere uitspraken van de beroepscommissie op klachten van klager. In drie maanden tijd zijn vier verloven niet doorgegaan. Klager heeft twee
sociale verloven per week. Eénmaal per zes weken heeft klager landelijk verlof. Volgens klager speelt mee dat in de betreffende periode vanwege het capaciteitstekort gebruik is gemaakt van uitzendkrachten. Klager meent dat hij ontvankelijk moet worden
verklaard in zijn beklag en dat dit beklag gegrond is. Klager verzoekt om een tegemoetkoming van € 20,=.

Het hoofd van de inrichting verwijst naar het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Niet is komen vast te staan dat sprake is van een structureel personeelstekort. Het is aan het hoofd van de
inrichting om te bepalen of een verlof doorgang kan vinden, waarbij tevens van belang is dat verpleegden geen recht op verlof hebben. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en prof. dr. H.J.C. van Marle, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 16 april 2014

secretaris voorzitter

Naar boven