Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1073/SGB, 1 april 2014, schorsing
Uitspraakdatum:01-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/1073/SGB

Betreft: [verzoeker] datum: 1 april 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. S.G.H. van de Kamp, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Esserheem te Veenhuizen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 73, vierde lid, juncto artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris van 29 januari 2014 tot overplaatsing vanuit de zeer beperkt
beveiligde inrichting (z.b.b.i.) te Grave naar de locatie Esserheem.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de beslissing op bezwaar van 21 maart 2014, het op 28 maart 2014 tegen de beslissing van de selectiefunctionaris ingediende beroepschrift, alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de
selectiefunctionaris
van 1 april 2014.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van een verzoek om schorsing van een beslissing van de selectiefunctionaris slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde
is daarom slechts de vraag of de beslissing van de selectiefunctionaris is genomen in strijd met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de beslissing
van de selectiefunctionaris. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Uit het door de selectiefunctionaris meegestuurde selectieadvies van de inrichting blijkt dat klager op 13 januari 2014 bij de inkomsten urinecontrole 144 ng/l
scoorde op THC. Op 21 januari 2014 was sprake van afbouw van THC bij een kreatininegehalte van minder dan 2 mmol/l. Een herhalingsonderzoek liet op 24 januari 2014 hetzelfde resultaat zien. Verzoeker heeft hierop een maatregel gekregen van 14 dagen
plaatsing op de eigen cel en de directeur van de z.b.b.i. heeft de selectiefunctionaris geadviseerd om verzoeker te plaatsen in een gesloten inrichting met een regime van algehele gemeenschap. Op grond van het drugsontmoedigingsbeleid duidt een te laag
kreatininegehalte (de grens is 2 mmol/l) op fraude. Fraude bij een urinecontrole is een strafwaardig feit en wordt gelijkgesteld met gebruik van harddrugs en dan volgt direct terugplaatsing naar een gesloten inrichting. Naar het voorlopig oordeel van
de
voorzitter kon de selectiefunctionaris, nu door verzoeker geen bijzondere omstandigheden zijn gesteld en daar ook overigens niet van is gebleken, daarom in redelijkheid de onderhavige beslissing nemen. Het verzoek zal daarom worden afgewezen. Hetgeen
namens verzoeker naar voren is gebracht kan niet tot een ander oordeel leiden. De selectiefunctionaris heeft voor wat betreft de bezoekproblemen voor de familie van verzoeker aangegeven dat verzoeker een verzoek om overplaatsing kan indienen met een
onderbouwde sociale indicatie.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris op 1 april 2014

secretaris voorzitter

Naar boven