nummer: 14/10/GA
betreft: [klager] datum: 29 april 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 3 januari 2014 van de beklagcommissie bij de locatie Groot Bankenbosch,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 8 april 2014, gehouden in de locatie Norgerhaven, zijn klager, bijgestaan door een kantoorgenoot van zijn raadsman, mevrouw mr. L. Huigsloot, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie Groot
Bankenbosch, gehoord.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een strafcel en intrekking van het weekendverlof wegens fraude bij een urinecontrole.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De beroepscommissie heeft in eerdere uitspraken (nrs. 13/1101/GA en 13/0453/GA) geoordeeld dat in bijzondere
omstandigheden een uitzondering kan worden gemaakt op de regel dat bij een kreatininewaarde lager dan 2.0 mmol/l sprake is van fraude. Klager is van mening dat ten aanzien van hem sprake is van een bijzondere omstandigheid. Hij heeft veel water
gedronken, omdat het de dag voor de urinecontrole erg warm was en hij in een warme, glazen kas had gewerkt. In de kas is het 28 graden. Klager hoorde om 18.30 uur die dag dat hij de volgende dag een urinecontrole had. Die nacht heeft hij amper
geslapen.
Hij heeft toen ook veel gedronken, ook omdat het overdag al zo warm was geweest. Het was ’s nachts zo heet dat de deuren open stonden. Klagers had geen ventilator. Andere gedetineerden bij wie ook een urinecontrole is afgenomen, hadden de dag ervoor
niet in de kas gewerkt. Klager vindt dat de directeur rekening had moeten houden met het warme weer. Klager heeft eerder positieve urinecontroles gehad, maar is toen niet in beklag gegaan. Hij gaat alleen in beklag als een straf niet terecht is. Klager
verzoekt om toekenning van een tegemoetkoming.
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Het was inderdaad warm, maar dan transpireer je ook veel. De directeur heeft de uitslag van de urinecontrole aan het
laboratorium voorgelegd. Gelet op de reactie van het laboratorium kan de ingenomen hoeveelheid vocht de dag voor de controle geen invloed hebben gehad op het kreatininegehalte. Klager heeft dus ’s nachts veel gedronken. De urinecontrole is de avond van
tevoren aangekondigd. Andere gedetineerden hadden onder dezelfde omstandigheden, met uitzondering van het werk in de kas, wel een juist kreatininegehalte.
3. De beoordeling
Uit de uitslag van een op 19 juni 2013 bij klager afgenomen urinecontrole blijkt dat hij een kreatininewaarde had van 1.1 mmol/l. Uit het herhalingsonderzoek kwam een kreatininewaarde van 1.2. mmol/l naar voren. Als regel geldt, dat een
kreatininewaarde
van minder dan 2.0 mmol/l wijst op fraude. Alleen bijzondere omstandigheden kunnen een uitzondering op deze regel rechtvaardigen. Klager bestrijdt niet dat zijn kreatininewaarde te laag was, maar heeft als bijzondere omstandigheid aangevoerd dat hij
vanwege het warme weer en zijn werk in de kas de dag voor de urinecontrole veel heeft gedronken als gevolg waarvan zijn urine is verdund. Aan de orde is derhalve de vraag of sprake is van een bijzondere omstandigheid.
De beroepscommissie stelt vast dat de urinecontrole de avond ervoor was aangekondigd, zodat klager er van op de hoogte was dat hij de volgende dag gecontroleerd zou worden. Nu klager bovendien stelt eerder urinecontroles te hebben ondergaan, diende hij
er tevens van op de hoogte te zijn dat het drinken van veel water tot een te lage kreatininewaarde kan leiden. De beroepscommissie is van oordeel dat de omstandigheid dat klager - zoals hij stelt - vanwege het warme weer en zijn werk in de kas de dag
voor de controle veel heeft gedronken, geen bijzondere omstandigheid vormt op grond waarvan dient te worden geoordeeld dat een waarde beneden de 2.0 mmol/l niet zou duiden op fraude. Hierbij is tevens van belang dat, zoals door de directeur ter zitting
onweersproken is aangevoerd, bij andere gedetineerden op dezelfde dag wel een juiste kreatininewaarde is gemeten. Gelet op het voorgaande zal het beroep ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie worden bevestigd.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, drs. R.K. Boelens en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 29 april 2014
secretaris voorzitter