Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0407/GB, 29 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:29-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/407/GB

Betreft: [klager] datum: 30 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.D. Popescu, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 februari 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 19 juli 2013 gedetineerd. Hij verblijft in de locatie Esserheem te Veenhuizen.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Voor de sociale contacten van klager, die allen woonachtig zijn in Rotterdam, is het praktisch en financieel gezien niet mogelijk om hem te bezoeken in de locatie Esserheem. Dit heeft tot gevolg
dat het verblijf aldaar klager bijzonder zwaar valt. Er is sprake van een onevenredige belasting van de mentale gesteldheid van klager. Hij stelt dat zijn genot op het recht van privéleven wordt geschonden, zoals vastgelegd in artikel 7 van het
Handvest
van de Grondrechten van de Europese Unie. Onderhavig besluit ontneemt eiser de mogelijkheid om te worden bezocht door zijn naasten, terwijl uitgangspunt is dat gedetineerden niet elk contact met de buitenwereld onmogelijk moet worden gemaakt en recht
hebben op bezoek. Het is juist voor mensen zoals klager, die in Nederland vreemdeling zijn, van zwaarwegender belang om niet verstoken te blijven van elk contact met de buitenwereld.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft geen vestigingsplaats in Nederland. De beschikbare capaciteit van de gevangenis van de p.i. Alphen aan den Rijn is in principe bestemd voor gedetineerden die wel over een vestigingsplaats in die regio beschikken. Alleen het gegeven dat
klager een kennissenkring heeft in de regio Rotterdam is onvoldoende grond om hem over te plaatsen naar de gevangenis van de p.i. Alphen aan den Rijn. Bezoekproblemen zijn inherent aan detentie. In de locatie Esserheem verblijft een groot aantal
gedetineerden bij wie sprake is van dezelfde problematiek als die van klager. De selectiefunctionaris heeft contact opgenomen met de locatie Esserheem en klager heeft de mogelijkheid om één keer per week via skype contact te hebben met familie.

4. De beoordeling
Er wordt naar gestreefd gedetineerden zo dicht als mogelijk bij de plaats van vestiging (na detentie) onder te brengen. Van belang is dat klager thans geen vestigingsplaats na detentie heeft zodat er daarom geen aanleiding is om hem in de gevangenis
van
de p.i. Alphen aan den Rijn te plaatsen. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat bezoekproblemen inherent zijn aan het ondergaan van detentie en, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium vormen. De selectiefunctionaris
heeft hetgeen klager heeft aangevoerd ten aanzien van zijn problemen omtrent het ontvangen van bezoek in redelijkheid niet als een dergelijke bijzondere omstandigheid hoeven aan te merken. Uit de overgelegde stukken blijkt niet dat klagers bezoek
praktisch en financieel niet in staat is hem te bezoeken. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan dan ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden
aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 30 april 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven