Nummer : 14/777/SGA, 14/859/SGA tot en met 14/898/SGA, 14/900/SGA tot en met 14/913/SGA, 14/1914/SGA, 14/916/SGA en 14/922/SGA tot en met 14/929/SGA
Betreft :[verzoekers] datum: 19 maart 2014
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van
[...], verder verzoekers te noemen, allen verblijvende in de afdeling D van de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden.
Voor de namen van de 64 verzoekers wordt verwezen naar de bij deze uitspraak als bijlage gevoegde lijst.
Verzoeker vragen om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 1 maart 2014, met betrekking tot de wijze van invoering van het
programma “Dagprogramma, beveiliging en toezicht op maat” (DBT)waarbij verzoekers in een basisprogramma zijn geplaatst.
De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van [...], de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat van vier medegedetineerden, te weten [...] een klaagschrift is ingeschreven en van de schriftelijke inlichtingen van de
directeur van 18 maart 2014 en van de overige verzoekers niet.
1. De beoordeling
Met uitzondering van verzoekers [...], wier verzoeken als kenmerk dragen 14/777/SGA, 14/877/SGA, 14/864/SGA 14/871/SGA en 14/868/SGA is van de verzoekers geen klaagschrift is ontvangen door de beklagcommissie. Het indienen van een klaagschrift is een
voorwaarde alvorens om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur kan worden verzocht. Van de overige verzoekers is geen klaagschrift ontvangen. Die overige verzoekers kunnen daarom niet worden ontvangen in hun verzoek.
Ten aanzien van de verzoekers[...], met de kenmerken 14/777/SGA, 14/877/SGA, 14/864/SGA 14/871/SGA en 14/868/SGA geldt het volgende.
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.
2. In het geval van verzoekers [...] betreft het een plaatsing in een basisprogramma. Deze plaatsing is gebaseerd op het bepaalde in Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden en opartikel II van Regeling tot wijziging van de
regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, van 1 maart 2014, welke luidt:
“II
Op het moment van inwerkingtreding van de regeling wordt geacht een besluit tot promotie te zijn genomen voor de gedetineerde:
a. die voor inwerkingtreding van de regeling een persoonlijk plan heeft opgesteld om te stopppen met criminaliteit waaruit zijn motivatie voor en betrokkenheid met zijn re-integratie blijkt, of
b. die een gedragsinterventie volgt welke wordt opgenomen in zijn detentie- en re-integratieplan.”
De (eerste) plaatsing geschiedt derhalve van rechtswege. Gelet daarop is – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – geen sprake van een beslissing als bedoeld in artikel 60 van de Pbw. Verzoekers [...] kunnen daarom in zoverre eveneens niet worden
ontvangen in hun verzoek.
Verzoeker [...](kenmerk 14/777/SGA) heeft daarnaast nog verzocht om schorsing van de invoering van het nieuwe dagprogramma. De invoering van een dagprogramma is een voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende algemene regel. Dat is
geen
beslissing als bedoeld in artikel 60 van de Pbw. Tegen een dergelijke invoering kan enkel beklag worden ingesteld (en om schorsing worden verzocht) indien sprake is van strijd met hogere wet- of regelgeving. Nu de afdeling D van p.i. Leeuwarden, waar
klager verblijft, inmiddels is aangewezen als gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap, is er bij dat dagprogramma – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – geen sprake (meer) van strijd met hogere wet- of regelgeving. Verzoeker kan
daarom ook ten aanzien van dit onderdeel van het verzoek niet worden ontvangen in zijn verzoek.
3. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in hun verzoeken.
Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 19 maart 2014.
secretaris voorzitter
Kenmerknummer Naam SKDB
14/ 859
14/ 860
14/ 861
14/ 862
14/ 863
14/ 864
14/ 865
14/ 866
14/ 867
14/ 868
14/ 869
14/ 870
14/ 871
14/ 872
14/ 873
14/ 874
14/ 875
14/ 876
14/ 877
14/ 878
14/ 879
14/ 880
14/ 881
14/ 882
14/ 883
14/ 884
14/ 885
14/ 886
14/ 887
14/ 888
14/ 889
14/ 890
14/ 891
14/ 892
14/ 893
14/ 894
14/ 895
14/ 896
14/ 897
14/ 898
14/ 900
14/ 901
14/ 902
14/ 903
14/ 904
14/ 905
14/ 906
Bijlage met namen van verzoekers
Kenmerknummer Naam SKDB
14/ 907
14/ 908
14/ 909
14/ 910
14/ 911
14/ 912
14/ 913
14/ 915
14/ 916
14/ 922
14/ 923
14/ 924
14/ 925
14/ 926
14/ 927
14/ 928
14/ 929