Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0733/SGA, 11 maart 2014, schorsing
Uitspraakdatum:11-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

DBT  v

Uitspraak

Nummer : 14/733/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 17 maart 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[ ], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Norgerhaven te Veenhuizen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de
(verdere) tenuitvoerlegging van – zo verstaat de voorzitter – de beslissing van de directeur van voornoemde locatie van 1 maart 2014, inhoudende de invoering van een nieuw dagprogramma per 3 maart 2014.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 5 maart 2014 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 6 maart 2014.

1. De beoordeling
Verzoeker heeft aangevoerd dat, door invoering van het nieuwe dagprogramma, het regime van algehele gemeenschap is afgeschaft voor de afdeling waar hij verblijft en hij thans in een regime van beperkte gemeenschap verblijft.

De invoering van een dagprogramma is geen beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste of tweede lid, van de Pbw. Het betreft een algemene, voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende algemene regel. Tegen de invoering van een
dergelijke algemene regel staat in beginsel geen beklag open en van de tenuitvoerlegging daarvan kan niet om schorsing worden verzocht. Dat is slechts anders indien die algemene regel waarover wordt geklaagd in strijd is met hogere wet of regelgeving.
Naar het oordeel van de voorzitter is daarvan in dit geval sprake.

Afdeling G van de locatie Norgerhaven, waar klager verblijft, is - in ieder geval sinds 1 december 2013 - aangewezen als gevangenis met een regime van algehele gemeenschap. Op grond van artikel 3, tweede lid, van de Penitentiaire maatregel (Pm) duurt
het dagprogramma in een regime van algehele gemeenschap minimaal 59 uur per week. Die aanwijzing is niet vervallen verklaard of gewijzigd. Uit de inlichtingen van de directeur komt naar voren dat verzoeker is geplaatst in een zogenaamd plusprogramma,
waarbij het aangeboden dagprogramma 48 uur per week bedraagt. De directeur heeft aangevoerd dat, op grond van het gewijzigde artikel 7 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, voor plaatsing in een regime van algehele
gemeenschap enkel gedetineerden in aanmerking komen die op het moment van invoering van het programma “Dagprogramma, beveiliging en toezicht op maat” (DBT) al geplaatst zijn in een (zeer) beperkt beveiligde inrichting. Dat doet er evenwel niet aan af
dat de afdeling G van de locatie Norgerhaven een aanwijzing heeft van gevangenis met een regime van algehele gemeenschap als bedoeld in artikel 19 jo 20 van de Pbw en dat in een dergelijke inrichting een dagprogramma moet worden aangeboden dat voldoet
aan artikel 3 van de Pm. Het bepaalde in de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing kan die – in hogere wet- en regelgeving vastgelegde – verplichting niet ongedaan maken. Het op de afdeling G van de locatie Norgerhaven aangeboden dagprogramma is
daarom in strijd met de wet en de tenuitvoerlegging van de beslissing tot invoering daarvan komt daarom voor schorsing in aanmerking. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de beslissing tot invoering van het dagprogramma van de afdeling G van de locatie Norgerhaven(in het kader van de invoering van het beleidskader DBT) met onmiddellijke ingang tot
het moment dat de beklagcommissie op het onderhavige beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 17 maart 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven