nummer: 14/362/GA
betreft: [klager] datum: 10 april 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 8 januari 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij locatie Zwaag,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 27 maart 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, is gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman
mr. W.K. Cheng.
De directeur van voornoemde locatie heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weigering een NTI-cursus te financieren.
De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het financieringsverzoek is afgewezen wegens het ontbreken van budget bij de inrichting voor deze cursus. Na klagers overplaatsing heeft hij in de nieuwe
inrichting opnieuw verzocht om financiering van deze cursus. Ook in deze inrichting was daar geen budget voor, maar is er budget gecreëerd voor klager. De afwijzingsgrond is dan ook niet terecht, de locatie Zwaag had ook budget moeten creëren voor
klager.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Klager heeft verzocht om financiering van, dan wel een tegemoetkoming in, de studiekosten voor de cursus ‘Imagineering’ bij het NTI. Toen klager op 4 maart 2013 zijn verzoek indiende bestond geen specifiek op de tegemoetkoming in de kosten van
schriftelijke studies betrekking hebbende regeling. De circulaire betreffende schriftelijke studies van gedetineerden van
20 juni 1988 is immers per 2 november 2012 ingetrokken. Gelet hierop had de aanvraag van klager getoetst moeten worden aan het in artikel 48 Pbw bepaalde. Naar vaste rechtspraak van de beroepscommissie dient in dit kader door de directeur een kenbare
belangenafweging te worden gemaakt. Nu de directeur de aanvraag van klager heeft afgewezen wegens het ontbreken van budget, heeft de vereiste belangenafweging niet (kenbaar) plaatsgehad. De directeur heeft bij gebreke van een belangenafweging in
redelijkheid niet kunnen beslissen klagers verzoek af te wijzen. Het beroep van klager zal dan ook gegrond worden verklaard.
Gebleken is dat klager na zijn overplaatsing van de locatie Zwaag naar de penitentiaire inrichting Lelystad opnieuw een financieringsverzoek heeft ingediend met betrekking tot de cursus ‘Imagineering’ van het NTI en dat dit verzoek is ingewilligd.
Gelet
hierop heeft klager geen belang bij een nieuw te nemen beslissing door de directeur van de locatie Zwaag. De beroepscommissie ziet hierin tevens aanleiding klager geen tegemoetkoming toe te kennen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.J.G. Bleichrodt en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. T. Nauta, secretaris, op 10 april 2014
secretaris voorzitter