Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0217/GB, 8 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:08-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/217/GB

Betreft: [klager] datum: 8 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 januari 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaarschrift gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Roermond.

2. De feiten
Klager is sedert 24 september 2012 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de p.i. Roermond.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager stelt dat zijn plaatsing in de p.i. Roermond niet conform zijn voorkeur is geschied. Zijn voorkeur gaat uit naar de p.i. Vught in verband met familiebezoek. Hij heeft het selectieadvies getekend, omdat hem te kennen is gegeven dat hij niet in de
p.i. Vught kon blijven in verband met bekendheid met het personeel. Klager stelt dat hij onder protest het selectieadvies heeft getekend, dit staat ook in zijn behandelplan. Omdat klager nog lange tijd in een p.i. zal verblijven, hoopt hij dat zijn
verzoek tot overplaatsing naar de p.i. Vught nogmaals overwogen zal worden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris stelt dat het bezwaarschrift van klager niet-ontvankelijk is, nu klager conform zijn eigen voorkeur is geplaatst in de p.i. Roermond. Klager verbleef, alvorens zijn verblijf in de p.i. Roermond, in het Penitentiair Psychiatrisch
Centrum (PPC) van de p.i. Vught. Aangezien klagers indicatiestelling voor verblijf in een PPC was opgeheven, is besloten klager in de p.i. Roermond te plaatsen. In het selectieadvies van de directeur van de p.i. Vught staat dat het niet mogelijk was
klager op de afdeling met een regulier regime te plaatsen in verband met bekendheid met het personeel. Klager gaf vervolgens de p.i. Roermond als voorkeur in verband met het ontvangen van bezoek. Het is bij de selectiefunctionaris niet bekend dat
klager
onder protest het selectieadvies heeft getekend, nu de selectiefunctionaris geen inzage heeft in het behandelplan. Klager had bij het selectieadvies aan kunnen geven niet akkoord te zijn, en dat heeft hij niet gedaan.

4. De beoordeling
In het selectieadvies staat aangegeven dat klagers voorkeur uitgaat naar plaatsing in de gevangenis van de p.i. Roermond en dat klager op de hoogte is gesteld van het selectieadvies en dat hij hiermee akkoord is gegaan. Klager stelt in beroep dat hij
het selectieadvies onder protest heeft getekend. Dit roept het beeld op dat sprake is van een misverstand over klagers instemming. Hetgeen is opgemerkt is echter onvoldoende om aan te nemen dat de selectiefunctionaris niet van de juistheid van hetgeen
in het selectieadvies staat vermeld heeft mogen uitgaan. De beslissing van de selectiefunctionaris kan dan ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden
verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 8 april 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven