Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/4121/GA, 4 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:04-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

nummer: 13/4121/GA

betreft: [klager] datum: 4 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mevrouw mr. K.G.L. Bovens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 9 december 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsvrouw mr. K.G.L. Bovens, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het ontzeggen van de feitelijke toegang tot zijn advocate.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Er was door de advocate een bezoekafspraak gemaakt met de inrichting voor het bezoeken van twee cliënten op 8 oktober 2013 tussen 15:00 uur en 16:30
uur.
Na het bezoek aan de eerste cliënt heeft de advocate om ca. 16:10 / 16:15 uur verzocht om haar tweede cliënt op te roepen. Dit verzoek is door het afdelingspersoneel geweigerd gelet op de korte resterende tijdsduur. Cliënt bevond zich op de luchtplaats
en had binnen enkele minuten bij de spreekkamer kunnen zijn waarna hij nog zo’n 15 minuten met zijn advocate had kunnen spreken. Het is niet aan het afdelingspersoneel om te beslissen dat klager niet meer naar de spreekkamers mag gaan gelet op de
resterende tijd.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep gehandhaafd.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat in de huisregels van de inrichting Vught is opgenomen dat een gedetineerde op iedere werkdag, mits één dag van tevoren aangemeld, tijdens kantooruren bezoek van zijn advocaat kan ontvangen.
In dit geval staat vast dat de advocaat van klager met de inrichting een afspraak heeft gemaakt om een tweetal cliënten te bezoeken op 8 oktober 2013 tussen 15:00 uur en 16:30 uur. Op het moment dat de advocaat van klager verzocht om klager op te
roepen
was de afgesproken bezoektijd nog niet verstreken. Klager bevond zich op dat moment op de luchtplaats van de inrichting vanwaar het slechts enkele minuten lopen is naar de ruimte voor ambtelijk bezoek. Aldus bestond de mogelijkheid voor klager en zijn
advocaat om binnen de afgesproken tijd een kort gesprek te voeren van ongeveer 15 à 20 minuten. Het besluit om klager geen bezoek meer toe te staan van zijn advocaat gelet op de resterende tijd, kan derhalve niet als redelijk en billijk worden
aangemerkt.

Het beroep zal gegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd. Nu klager de volgende ochtend alsnog in de gelegenheid is gesteld om bezoek te ontvangen van zijn advocaat bestaat er geen aanleiding voor het
toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming wordt toegekend.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. F.G. Bauduin en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. T. Nauta, secretaris, op 4 april 2014

secretaris voorzitter

Naar boven