nummer: 13/3394/TA
betreft: [klager] datum: 2 april 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 11 oktober 2013 van de beklagcommissie bij de Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 11 maart 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is gehoord [...], juridisch medewerker bij de inrichting.
Klagers raadsman mr. N.M. van Wersch heeft schriftelijk meegedeeld dat hij noch klager gebruik zal maken van de gelegenheid om ter zitting te worden gehoord.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de inbeslagname van klagers (kickboks)handschoenen en Xbox;
b. een ordemaatregel van afdelingsarrest ingaande op 21 juni 2013;
c. de verlenging van b. ingaande op 19 juli 2013 en
d. de verlenging van b. ingaande op 16 augustus 2013.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beklagcommissie stelt ten onrechte dat er vingerstukjes van de handschoenen zouden ontbreken. Op de foto’s is duidelijk te zien dat dit niet het geval is en dat
het om normale nette handschoenen gaat.
Ten onrechte is gesteld dat klager zelf voor verzegeling van zijn Xbox had moeten zorgen. Uit de huisregels blijkt dat een Xbox is toegestaan. Klager heeft geen toestemming van de inrichting nodig om een Xbox in te voeren. Het is aan de inrichting om
te
verzegelen. Uit de pakbon, die door klager is overgelegd, volgt dat de Xbox op het adres van de inrichting is bezorgd. Iedereen in de inrichting heeft een Xbox.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De kickbokshandschoenen waren gedeeltelijk, op het stootgedeelte, verzwaard met iets dat op zand leek. Met deze handschoenen is
het mogelijk om een ander te verwonden. Er was een dreigende situatie op de afdeling. Hetgeen door de beklagcommissie wordt overwogen over ontbrekende vingerstukken kan niet worden geplaatst.
Een verzegelde Xbox wordt binnen de inrichting toegestaan, maar een internetverbinding is niet toegestaan. Het vermoeden bestond dat met de niet verzegelde Xbox een internetverbinding tot stand kon worden gebracht. Klager heeft dit eerder gedaan. Een
dergelijk apparaat dient verzegeld te zijn om te voorkomen dat de verpleegde het apparaat open maakt. Niet bekend is hoe klager in het bezit van de Xbox is gekomen. Hij heeft geen pakbon overgelegd.
3. De beoordeling
Met betrekking tot a:
Bij een onderzoek in klagers verblijfsruimte zijn een niet verzegelde Xbox en handschoenen aangetroffen die ter hoogte van de knokkels waren verzwaard.
De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op het bepaalde in bijlage II bij de huisregels, deze voorwerpen een specifiek risico kunnen vormen voor de orde en de veiligheid in de inrichting. In de niet verzegelde spelcomputer konden niet toegestane
voorwerpen worden verborgen en voorts bestond de verdenking dat met de Xbox een internetverbinding tot stand kon worden gebracht. De in beslag genomen bij de knokkels verzwaarde handschoenen konden als kickbokshandschoenen worden gebruikt.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat hetgeen in beroep is aangevoerd
- voor zover dat is komen vast te staan - niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.
Met betrekking tot b. tot en met d. overweegt de beroepscommissie dat door klager noch door zijn raadsman gronden zijn aangevoerd, hoewel door klager in het beroepschrift is aangekondigd dat deze gronden zouden volgen.
De beroepscommissie is van oordeel dat het beroep in zoverre niet met redenen is omkleed en derhalve niet voldoet aan de eisen als gesteld in artikel 67, eerste lid, van de Bvt. Zij kan klager in deze onderdelen van het beroep niet ontvangen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot a. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.
Zij verklaart klager met betrekking tot b. tot en met d. niet-ontvankelijk in het beroep.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr. drs. L.C. Mulder en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 2 april 2014.
secretaris voorzitter