nummer: 13/4209/GA
betreft: [klager] datum: 28 maart 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K.G.L. Bovens, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 16 december 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel, voor zover daartegen beroep is ingesteld,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw, mr. K.G.L. Bovens, om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering om klager een termijn van 24 uur te geven om een verzoek tot een herhalingsonderzoek in te dienen.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.
De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Krachtens artikel 6, derde lid, van de Regeling Urinecontrole penitentiaire inrichtingen kan een gedetineerde binnen 24 uur na kennisneming van de uitslag van de eerste analyse schriftelijk een verzoek om een herhalingsonderzoek indienen bij de
directeur. Het staat de gedetineerde derhalve vrij te beslissen tot aan het verstrijken van deze termijn. Gelet op hetgeen daaromtrent is aangevoerd, valt niet in te zien waarom klager – die van de volledige 24-uurstermijn gebruik wilde maken om zijn
standpunt te kunnen bepalen – daardoor zijn overwerk niet zou mogen verrichten. Het beroep zal gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig klager een tegemoetkoming toe te kennen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. F.G. Bauduin en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
M. van Eijk, secretaris, op 28 maart 2014
secretaris voorzitter