Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/4220/GA, 26 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:26-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Post  v

Uitspraak

nummer: 13/4220/GA

betreft: [klager] datum: 26 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 december 2013 van de beklagcommissie bij de locatie Norgerhaven te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 3 maart 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad, is de plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie Norgerhaven, [...], gehoord. Klager heeft, blijkens een schriftelijke verklaring
van 13 februari 2014, afstand gedaan van het recht ter zitting te worden gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering tot invoer van een catalogus met namen van escortbureaus in Amsterdam.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De catalogus/verzameling prints is ten onrechte geweigerd nu slechts een klein deel daarvan (één foto op 200
pagina’s) een afbeelding van een naakte vrouw bevatte. De directeur heeft volgens klager niet weersproken dat de Playboy in de inrichtingswinkel wordt verkocht. Volgens klager wilde de beklagcommissie niet naar de prints kijken.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Gedetineerden mogen inderdaad de Playboy op cel hebben. Volgens het afdelingshoofd en de teamleider beveiliging gingen de
afbeeldingen in de catalogus echter verder dan de foto’s in de Playboy. Het waren pornografische afbeeldingen die als aanstootgevend werden beoordeeld. De catalogus is daarom geweigerd en opgeborgen in de fouillering. Hiervan is geen schriftelijke
mededeling uitgereikt. De directeur kon niet voldoen aan het verzoek van de beroepscommissie de catalogus mee te nemen naar de zitting, omdat klager de catalogus inmiddels heeft uitgevoerd en aan zijn advocaat heeft gestuurd.

3. De beoordeling
Ingevolge artikel 58, eerste lid, van de Pbw geeft de directeur de gedetineerde van elke beslissing als bedoeld in artikel 57, eerste lid, onverwijld schriftelijk en zoveel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal een met redenen omklede,
gedagtekende en ondertekende mededeling. Op grond van het tweede lid, onder a, van dat artikel geeft de directeur de gedetineerde op de in het eerste lid omschreven wijze een mededeling omtrent de weigering van verzending of uitreiking van een brief of
ander poststuk.

Gebleken is dat aan klager geen schriftelijke mededeling is uitgereikt omtrent de weigering van de catalogus, zodat niet voldaan is aan het bepaalde in artikel 58 van de Pbw en de beslissing tot weigering is genomen in strijd met de wet. Reeds hierom
zal het beroep dan ook gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie worden vernietigd en zal het beklag alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie ziet geen aanleiding voor toekenning van een tegemoetkoming aan klager nu door
het handelen van klager zelf, namelijk het uitvoeren van de catalogus, toetsing van de al dan niet geoorloofdheid daarvan voor de beroepscommissie niet mogelijk was.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en mr. A.G. Coumans, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 26 maart 2014

secretaris voorzitter

Naar boven