Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/4077/GA, 14 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/4077/GA

betreft: [klager] datum: 14 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 november 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Sittard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 februari 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, is gehoord [...], juridisch medewerker van genoemde locatie.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de toegang tot de medische dienst.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt niet ter zitting toegelicht.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het beklag van klager dient te worden beschouwd als een medisch beklag. Klager heeft wel toegang gekregen tot de medische dienst, maar is niet
tevreden met de afhandeling door die dienst. Klager dient dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beklag. Ten aanzien van het medisch matras is gebleken dat dit niet is verstrekt. De medische dienst heeft geadviseerd om klager te voorzien
van een medisch matras. Bij de bestelling zijn fouten gemaakt. Inmiddels is op 4 februari 2014 een medisch matras voor klager besteld. Bij de tandarts bestaat een wachtlijst waar gedetineerden zonder spoedeisende hulpvraag op geplaatst worden. Klager
is
op deze wachtlijst geplaatst. Klager heeft recht op één pedicure behandeling per jaar, op dit moment komt hij daar nog niet voor in aanmerking. De afspraak voor een consult bij de fysiotherapeut heeft door miscommunicatie vertraging opgelopen.
Inmiddels
staat voor klager in de week van 10 februari 2014 een afspraak bij de fysiotherapeut gepland.

3. De beoordeling
Een gedetineerde kan zich in het kader van het beklagrecht beklagen over een door of namens de directeur genomen beslissing (artikel 60, eerste lid, van de Pbw). Wat medische kwesties betreft betekent dit dat een directeur gehouden is zorg te dragen
voor een voldoende toegang tot de medische dienst.

Ter zitting heeft de directeur beaamd dat zowel bij de bestelling van een medisch matras voor klager als bij het inplannen van een consult bij de fysiotherapeut voor klager door miscommunicatie fouten zijn gemaakt. Dit heeft ertoe geleid dat klager
lang
moet wachten voordat hij daadwerkelijk toegang tot deze medische voorzieningen zal verkrijgen. Gelet hierop zal de beroepscommissie het beroep ten aanzien van deze punten gegrond verklaren. Aan klager zal een tegemoetkoming van € 20,= worden
toegekend.

Ten aanzien van de toegang tot de pedicure, tandarts en inrichtingsarts stelt de beroepscommissie vast dat klager reeds toegang tot deze behandelaars heeft gekregen of zal verkrijgen. In deze gevallen is niet gebleken dat de directeur ter zake enig
verwijt kan worden gemaakt. De beroepscommissie zal het beroep in zoverre ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de toegang tot de fysiotherapeut en de verstrekking van het medisch matras gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager een
tegemoetkoming van € 20,= toe.
De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van mr. T. Nauta, secretaris, op 14 maart 2014

secretaris voorzitter

Naar boven