Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3966/GA, 14 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3966/GA

betreft: [klager] datum: 14 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.P.M. Denissen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 23 oktober 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 februari 2014, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord mr. J.P.M. Denissen, raadsman van klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de inrichting Dordrecht.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de verzorging die klager heeft ontvangen tijdens zijn verblijf in de afzonderingscel.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager en de directeur hebben hun standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 69 van de Pbw kan een gedetineerde door middel van een met redenen omkleed beroepschrift beroep instellen tegen de uitspraak van de beklagcommissie. In onderhavig beroepschrift zijn geen gronden aangevoerd welke naar hun inhoud
zien
op het ingediende klaagschrift van klager. Desgevraagd heeft klagers raadsman ter zitting verklaard het beroep te handhaven, maar hiervoor geen inhoudelijke gronden aan te dragen. Het beroepschrift voldoet derhalve niet aan de in de daaraan in de wet
gestelde eisen. Klager kan daarom niet worden ontvangen in zijn beroep.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van mr. T. Nauta, secretaris, op 14 maart 2014

secretaris voorzitter

Naar boven