Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0228/GV, 14 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/228/GV

betreft: [klager] datum: 14 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.J. Vroegindeweij, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 januari 2014 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft veel belang bij het verlenen van algemeen verlof. Hij moet zich langzaam op zijn terugkeer in de maatschappij kunnen voorbereiden. Daarnaast bestaat er wellicht de mogelijkheid dat klager nog inkomen kan verwerven uit zijn onderneming
waardoor hij zijn woning kan behouden. Wanneer klager te lang in detentie verblijft, verliest hij opdrachten en het vertrouwen van opdrachtgevers. Zowel klagers medische situatie als de medische situatie van klagers moeder is niet goed. Gedurende zijn
verblijf in de gevangenis Alphen aan den Rijn heeft klager nimmer voor problemen gezorgd. De verwachting is dat een algemeen verlof rustig en ongestoord zal verlopen. Tijdens eerdere detenties zijn de aan klager verleende vrijheden goed verlopen. Er
zijn verder geen bedreigingen geuit door klager aan het adres van zijn ex-partner. Klagers ex-partner heeft toestemming gegeven voor omgang met de kinderen tijdens klagers verlof. De kinderen hebben hun vader al vijf maanden niet gezien, waardoor zij
graag aanwezig wil zijn bij het eerste contact. Niet gebleken is dat er sprake is van veel risico’s. Discussies tussen klager en zijn ex-partner hebben nooit plaatsgevonden in het bijzijn van de kinderen. De discussies hebben enkel mondeling
plaatsgevonden. Het bezoek zal rustig en goed verlopen. Het negatieve advies van het Openbaar Ministerie (OM) is onjuist en wordt niet onderbouwd. Klager betwist dat er sprake is van recidivegevaar. Klager heeft een eigen klusbedrijf waarmee hij in
zijn
levensonderhoud voorziet. Klager voorziet niet in zijn levensonderhoud door handel in harddrugs.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Uit het vrijhedenadvies van de directeur van de gevangenis Alphen aan den Rijn van 22 januari 2014 volgt dat klager door de inrichting als een rustig en vriendelijk persoon wordt omschreven. Klager neemt deel aan de aangeboden activiteiten, gedraagt
zich goed in de inrichting en heeft tot op heden geen rapporten aangezegd gekregen. De politie heeft negatief geadviseerd ten aanzien van het door klager opgegeven verlofadres vanwege het feit dat klager 24 antecedenten op zijn naam heeft staan. Op het
door klager opgegeven verlofadres staat een persoon ingeschreven die bekend is bij de politie en 39 antecedenten op zijn naam heeft staan. Daarnaast is het adres onvoldoende betrouwbaar gebleken en is er recidivegevaar en een risico op maatschappelijke
onrust. Klager en zijn ex-partner hebben voorafgaand aan klagers detentie erge ruzies gehad en zijn ex-partner heeft meerdere malen aangifte tegen klager gedaan wegens stalking. In Zevenhuizen staat klager bekend als een gewelddadig persoon. Uit angst
durven zijn slachtoffers vaak geen aangifte te doen. Klager staat bekend als vuurwapengevaarlijk, als vluchtgevaarlijk en als een verzetpleger. Ook door het OM is negatief geadviseerd verband met recidivegevaar. Klagers ex-partner heeft aangegeven er
geen bezwaar tegen te hebben wanneer klager, tijdens zijn algemeen verlof, enkele uren doorbrengt met zijn kinderen. Wel wil zij hier graag bij aanwezig zijn. De overige tijd gedurende zijn algemeen verlof mag klager zich niet in Zevenhuizen bevinden.
Gelet op de slechte relatie met klagers ex-partner en het feit dat klager bekend staat als gewelddadig, is er onvoldoende vertrouwen in een goede afloop van het algemeen verlof. Buiten de inrichting krijgt klager te maken met andere prikkels dan in de
inrichting.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Alphen aan den Rijn heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, mits de voorgestelde voorwaarden in acht worden genomen. Deze voorwaarden houden in: Klager mag zich slechts op een bepaalde dag gedurende
een nader te bepalen tijdstip in Zevenhuizen bevinden om zijn kinderen te zien. Gedurende de overige tijd mag klager zich, tijdens zijn algemeen verlof, niet in Zevenhuizen bevinden.
Het OM heeft negatief geadviseerd op klagers verzoek tot algemeen verlof in verband met het recidivegevaar.
De politie heeft positief geadviseerd ten aanzien van het door klager opgegeven verlofadres.

3. De beoordeling
Klager is in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden met aftrek, wegens het handelen in harddrugs en het gebruik van geweld jegens personen. Klagers fictieve einddatum valt op of omstreeks 15 augustus 2014.

Uit het vrijhedenadvies van de gevangenis Alphen aan den Rijn van 22 januari 2014 blijkt dat door de politie negatief is geadviseerd over klagers eerste verlofadres. Naar aanleiding van dit negatieve advies heeft klager een nieuw verlofadres opgegeven
waar door de politie positief over is geadviseerd.
Uit het vrijhedenadvies blijkt verder dat de politie tevens negatief heeft geadviseerd omdat klager als geweldpleger bekend staat en klager en zijn ex-echtgenote tot kort voor klagers aanhouding regelmatig ernstige ruzies hadden. Het OM heeft negatief
geadviseerd omdat het meent dat klager door handel in drugs kennelijk voorziet in zijn levensonderhoud.
De beroepscommissie constateert dat de afwijzing van klagers verzoek in hoofdzaak is gebaseerd op de angst voor ernstige escalaties tussen klager en zijn ex-echtgenote. Uit het vrijhedenadvies blijkt dat personeel van de inrichting naar aanleiding van
het advies van de politie contact heeft opgenomen met de ex-echtgenote. Die heeft zich akkoord verklaard met een omgang tussen klager en zijn kinderen tijdens het verlof gedurende een beperkt aantal uren, waarbij zij aanwezig wil zijn. In het
vrijhedenadvies wordt voorgesteld de omgang te laten plaatsvinden in Zevenhuizen gedurende vier uren en klager te verbieden gedurende de overige uren van zijn verlof in Zevenhuizen te verblijven. De beroepscommissie overweegt verder dat klagers
voorlopige hechtenis gedurende drie weken geschorst is geweest. Hij heeft zich toen niet aan strafbare feiten schuldig gemaakt. De reclassering schat klagers recidiverisico laag/gemiddeld. De rapporteur van de reclassering heeft aangegeven het idee te
hebben dat klager zijn leven goed op een rij heeft.
In het licht van de zonder incidenten verlopen schorsing van de voorlopige hechtenis en van het advies van de reclassering is onvoldoende gemotiveerd waarom de eventuele risico’s met betrekking tot klagers ex-partner niet ondervangen kunnen worden door
het stellen van bijzondere voorwaarden. Daarnaast is onvoldoende gemotiveerd waar het negatieve advies van het OM, gebaseerd op klagers recidiverisico, op gebaseerd is. Het enkele gegeven dat klager is veroordeeld wegens drugshandel rechtvaardigt
immers
niet de conclusie dat hij daar voor zijn levensonderhoud van afhankelijk is. Ten slotte is relevant dat de kinderen van klager belang hebben bij omgang met hun vader. Het beroep zal gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden
vernietigd. De Staatssecretaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee na ontvangst van deze uitspraak.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.H. Nijp, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven