nummer: 13/3738/GA
betreft: [klager] datum: 7 maart 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.V. van der Bom, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 6 november 2013 van de beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft a. de weigering klagers schorsingsverzoek naar de Raad te faxen en b. de weigering om klager conform de huisregels te laten beschikken over (een samenvatting van) de huisregels op cel.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag onder a. op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. De beklagcommissie heeft het beklag onder b. ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte
uitspraak
weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Voor wat betreft het beklag als vermeld onder a. betwist klager de niet-ontvankelijkheid. Hij heeft op de dag van het weigeren het beklag ingediend. Het beklag is ook gedateerd op
9 augustus 2013. Op de verzending van het beklag heeft klager geen invloed uit kunnen oefenen. Hij is immers afhankelijk van de medewerking van het personeel. Bovendien heeft klager de reputatie dat hij telkens, wanneer hij het ergens niet mee eens is,
direct in de pen klimt om zich hierover te beklagen.
Gelet op de grote spoed die met het schorsingsverzoek gepaard ging en de onmogelijkheid voor klager om op ieder gewenst moment contact op te nemen met zijn raadsman, heeft hij een dringend beroep gedaan op het personeel om zijn schorsingsverzoek te
verzenden. Klager heeft geen enkele reden om over dit incident niet de waarheid te spreken.
Met betrekking tot b. is klager nooit een reden is gegeven waarom hij geen beschikking had over de huisregels op cel. Indien klager verzocht om de huisregels mocht hij die enkel even inzien. Ondanks meerdere verzoeken daartoe heeft klager bijna zeven
maanden niet de beschikking gehad over een exemplaar van de huisregels. Er bestaat geen logische verklaring voor het onthouden van de huisregels aan klager. Het is voorschrift dat de huisregels worden verstrekt en daarnaast is niet gebleken dat het in
bezit hebben van deze huisregels bijvoorbeeld een risico zou vormen voor de veiligheid binnen de inrichting. De toezegging van de directeur ter beklagzitting, dat aan klager alsnog een exemplaar van de huisregels zou worden verstrekt, is niet
nagekomen.
De toezegging vormde mede een reden voor de beklagcommissie om het beklag ongegrond te verklaren.
De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt toegelicht. Het beroepschrift voldoet niet aan de eisen van artikel 69, eerste lid, van de Pbw en is niet met redenen omkleed. Klager is
niet-ontvankelijk in zijn beroep. Subsidiair wordt verwezen naar de reactie op het beklag.
3. De beoordeling
De directeur heeft als reactie op klagers beroep op 24 december 2013 aangevoerd dat het beroep niet met redenen is omkleed en klager niet-ontvankelijk is in het beroep. Nu dezelfde dag de gronden voor het beroep op het secretariaat van de Raad zijn
ontvangen en een afschrift daarvan is toegestuurd aan de directeur, treft dit verweer geen doel.
Met betrekking tot a:
Nu de omstandigheden rond de verzending van het beklag niet meer zijn te achterhalen, geeft de beroepscommissie klager het voordeel van de twijfel. Klager kan derhalve worden ontvangen in zijn beklag onder a. De beroepscommissie vernietigt in zoverre
de
uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag.
De beroepscommissie acht gelet op de stukken niet aannemelijk geworden dat de inrichting heeft geweigerd om het schorsingsverzoek van klager te faxen en verklaart het beklag derhalve ongegrond.
Met betrekking tot b:
Op de zitting van de beklagcommissie heeft de directeur betwijfeld of een samenvatting van de huisregels in klagers cel aanwezig is (geweest). Derhalve is niet gebleken dat klager daadwerkelijk (een samenvatting van) de huisregels conform de huisregels
in zijn cel aanwezig heeft gehad. De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag onder b. alsnog gegrond. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een
tegemoetkoming.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt met betrekking tot a. de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot b. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. F.G. Bauduin en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
M. van Eijk, secretaris, op
secretaris voorzitter