Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3482/TA, 6 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:06-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3482/TA

betreft: [klager] datum: 6 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 14 oktober 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC de Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde, het niet doorgaan van klagers begeleid verlof op 14 september 2013 wegens personeelstekort.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Dit is niet de eerste keer dat klager klaagt over het intrekken/opschorten van verloven. Klager heeft in een periode van ongeveer één jaar tien klachten ingediend en al deze zaken tonen in ieder geval aan dat sprake is van een structureel
personeelstekort. Voorts wordt door de beklagcommissie en de beroepscommissie bij het vaststellen van al dan niet structureel personeelstekort alleen gekeken naar de ingetrokken verloven van de klager zelf. Om echter een juist en volledig beeld te
verkrijgen, dienen alle ingetrokken verloven van de patiënten van één afdeling te worden meegewogen. Dat brengt een andere (en meer eerlijke) kijk op het begrip personeelstekort. Om tot een oordeel te komen dient de kliniek deze gegevens over te
leggen.
Klager dient ontvankelijk te worden verklaard in zijn klacht en er dient een compensatie te worden vastgesteld. Klager staat ook open voor het inhalen van verlof.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt nog ten overvloede toegelicht.
De desbetreffende verlofbegeleider was inderdaad ziek, waardoor klagers verlof geen doorgang heeft kunnen vinden. Het sociale verlof is op zondag 22 september 2013 gecompenseerd.

3. De beoordeling
Anders dan de raadsvrouw oppert moet ten aanzien van (een individuele) klager sprake zijn van een zodanig frequent niet doorgaan van verloven dat gezegd kan worden dat dit in zijn geval een structureel karakter heeft. Hiervan is in de voorliggende zaak
niet gebleken.
Uit de reactie van de inrichting in beroep blijkt bovendien dat klager zijn vervallen verlof van 13 september 2013 op 22 september 2013 heeft ingehaald.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr. drs. L.C. Mulder leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 6 maart 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven