Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0558/GB, 5 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:05-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/558/GB

Betreft: [klager] datum: 5 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.P.M. Denissen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 februari 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager opgeroepen zich op 18 februari 2014 te melden in de gevangenis van de penitentiaire inrichting Nieuwegein.

2. De feiten
Klager is bij uitspraak van 12 augustus 2013 veroordeeld tot 20 dagen gevangenisstraf en op 2 oktober 2012 tot 30 dagen gevangenisstraf. Op 24 januari 2014 heeft de selectiefunctionaris klager opgeroepen zich op 18 februari 2014 te melden voor het
ondergaan van de eerstgenoemde gevangenisstraf. Op 10 februari 2014 is klager nogmaals opgeroepen zich te melden op 18 februari 2014, maar dit keer voor het ondergaan van beide hiervoor genoemde gevangenisstraffen. Klager stelt de beslissing van 10
februari 2014 op 15 februari 2014 te hebben ontvangen. Op 18 februari 2014 - door de selectiefunctionaris op 19 februari 2014 ontvangen - heeft hij een bezwaarschrift ingediend. Bij brief van 20 februari 2014 heeft de selectiefunctionaris bericht dat
klager geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tijdig een bezwaarschrift in te dienen en dat klager zich op 18 februari 2014 niet heeft gemeld en derhalve zijn status van zelfmelder heeft verloren.

3. De beoordeling
Wat er ook zij van de vraag of het bezwaarschrift tijdig is ingediend, uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris blijkt dat klager zich niet heeft gemeld op 18 februari 2014 in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein. Hiermee heeft klager zich
onttrokken aan zijn detentie en heeft hij als gevolg hiervan zijn status als zelfmelder verloren. Tegen deze achtergrond heeft klager geen belang bij de beoordeling van het beroep. Om deze reden dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in
zijn
beroep.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 5 maart 2014

secretaris voorzitter

Naar boven