Nummer: 13/1843/GB
Betreft: [klager] datum: 6 februari 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N. Hendriksen, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 5 juni 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Klager is, gelet op de samenhang met zijn beroep tegen een uitspraak van 2 september 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Westlinge te Heerhugowaard, bijgestaan door zijn raadsman, op 16 december 2013 door een lid van de Raad
gehoord.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden ongegrond verklaard.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 6 juni 2010 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie Westlinge. Bij beslissing van 13 mei 2013 is klager overgeplaatst naar de p.i. Leeuwarden.
2.2. Bij uitspraak van 9 januari 2014, met nummer 13/3039/GA, van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Pbw is het beroep van klager, gericht tegen de uitspraak van 2 september 2013 van de alleensprekende beklagrechter
bij
de locatie Westlinge betreffende een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel wegens het bellen met een mobiele telefoon, gegrond verklaard en is klager een tegemoetkoming van € 50,= toegekend.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft -zakelijk weergegeven- aangevoerd dat hij op grond van het - onder 2 beschreven - incident niet langer geschikt is geacht voor een verblijf in een beperkt beveiligde inrichting en naar een gesloten gevangenis is overgeplaatst. De
sanctie is ten onrechte opgelegd.
Klager zou naar een opener setting gaan. De rapportage was klaar en zou opgestuurd worden naar de p.i. Westlinge.
Thans zou hij in aanmerking zijn gekomen voor elektronische detentie. In plaats daarvan gaat klager nu éénmaal in de twee maanden met verlof. De verloven gaan goed. Half februari 2014 gaat klager over naar dagdetentie.
Klagers raadsman heeft aangevoerd dat de beslissing klager over te plaatsen ten onrechte is genomen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing gebaseerd op de informatie over het ongeoorloofd mobiel bellen door klager. Als gevolg hiervan wordt klager niet langer geschikt geacht voor een beperkt beveiligde inrichting en is klager
geselecteerd voor een gesloten gevangenis met een regime van algehele gemeenschap.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat reeds in de
uitspraak van 9 januari 2014 met kenmerk 13/3039/GA is overwogen dat klager ten onrechte een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel, wegens het bellen met een mobiele telefoon, is opgelegd.
Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie zal in een afzonderlijke beslissing bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij zal in een afzonderlijke beslissing bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 6 februari 2014.
secretaris voorzitter