nummer: 13/3431/GA
betreft: [klager] datum: 3 februari 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen,
gericht tegen een uitspraak van 11 oktober 2013 van de beklagcommissie bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 14 januari 2014, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad, zijn klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie Groot Bankenbosch, en [...], stagiaire bij voormelde inrichting,
gehoord.
Klagers raadsman, mr. M. de Reus, heeft op 14 januari 2014 schriftelijk bericht niet ter zitting te zullen verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een strafcel en één dag intrekking van het eerstvolgende weekendverlof, wegens een positieve score op softdrugs bij een urinecontrole.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en een tegemoetkoming van € 20,= toegekend, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De beklagcommissie heeft ten onrechte geoordeeld dat voor klager niet te controleren is of de urineonderzoeken op zijn
buisjes zijn gebaseerd. Primair voert de directeur aan dat klager niet-ontvankelijk verklaard had moeten worden in zijn beklag, aangezien de urinecontroles worden uitgevoerd door een derde partij, het laboratorium, en de klacht is gericht tegen een
voor
alle gedetineerde geldende uitvoeringsregeling. Subsidiair voert de directeur aan dat op het uitslagformulier voldoende persoonsgebonden informatie, zoals naam, achternaam, detentienummer en geboortedatum, is vermeld om de uitslag aan klager te kunnen
koppelen. Deze informatie is ook op het aanvraagformulier vermeld. De streepjescode, die op het aanvraagformulier en de buisjes wordt vermeld, wordt nooit op het uitslagformulier vermeld. De streepjescode is gekoppeld aan de naam van de gedetineerde.
Door het personeel wordt altijd tegen de gedetineerde gezegd deze code te onthouden. Het patiëntnummer is gekoppeld aan de gedetineerde. Dit nummer gaat ook mee naar een volgende inrichting. Klager heeft het aanvraagformulier getekend en heeft daarmee
verklaard dat de urinecontrole conform de procedure als omschreven in artikel 3 van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen (de Regeling) is verlopen. Hiermee heeft klager bevestigd dat het betreffende urinebuisje dezelfde code had als op
het aanvraagformulier is vermeld.
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager is terecht ontvankelijk verklaard in zijn beklag nu hij klaagt over de aan hem opgelegde disciplinaire straf.
De uitslag van de urinecontrole klopt niet, want volgens klager heeft hij geen softdrugs gebruikt. Klager verwijst naar artikel 3, vijfde en zesde lid, van de Regeling, waarin is vermeld dat een uniek registratienummer op de buizen moet worden geplakt
en dat vervolgens moet worden gecontroleerd of dit nummer overeenstemt met het nummer op het aanvraagformulier. Redelijke uitleg van genoemde bepaling brengt volgens klager met zich mee dat het nummer ook moet worden vermeld op het uitslagformulier. Nu
dit niet is gebeurd, heeft de beklagcommissie terecht overwogen dat niet te controleren valt of de urineonderzoeken op klagers buisjes zijn gebaseerd. Verder is klagers achternaam op het uitslagenformulier verkeerd gespeld, wordt op het
uitslagenformulier het registratienummer niet vermeld, terwijl het patiëntnummer dat op het uitslagformulier wel wordt vermeld niet terugkomt op het aanvraagformulier. In andere inrichtingen is volgens klager het nummer van de streepjescode wel op het
uitslagformulier vermeld.
3. De beoordeling
De directeur heeft in beroep aangevoerd dat klager alsnog niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn beklag, omdat geen sprake is van een door of namens de directeur genomen beslissing en klagers klacht is gericht tegen een algemene, voor alle
gedetineerden geldende, regel. De beroepscommissie constateert, op basis van de stukken, dat het beklag is gericht tegen de, op 9 juli 2013 aan klager, opgelegde disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een strafcel en één dag intrekking van
het
eerstvolgende weekendverlof. Dit betreft een door of namens de directeur jegens klager genomen beslissing waartegen op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw beklag open staat. Klager is derhalve ontvankelijk in zijn beklag.
Voormelde straf is opgelegd op grond van de uitslag van een urinecontrole, waarvan de rechtmatigheid van de uitvoering wordt betwist. Klager heeft aangevoerd dat – kort gezegd – de uitslag van de urinecontrole niet aan hem kan worden gekoppeld nu de
streepjescode die op het aanvraagformulier en de buizen is vermeld, niet op het uitslagformulier is vermeld.
Uit artikel 3, vijfde lid, van de Regeling volgt dat de gedetineerde na het vullen van de buizen stickers met een uniek registratienummer of code op de buizen plakt. In het zesde lid van dat artikel is bepaald dat in het bijzijn van de gedetineerde de
ambtenaar of medewerker controleert of het aanvraagformulier goed en volledig is ingevuld alsmede of het nummer/de code op de buizen overeenstemt met het nummer op het aanvraagformulier. Het aanvraagformulier dient in ieder geval een opgave van de
volledige naam en voorletters van de gedetineerde, het registratienummer van de gedetineerde, de afnamedatum, het tijdstip van afname, de stoffen waarop gecontroleerd dient te worden alsmede gegevens over medicatiegebruik en relevante pathologie te
bevatten.
Van belang is dat de procedureregels als vermeld in de Regeling strikt worden nageleefd. In de Regeling is niet vermeld dat de streepjescode of het unieke registratienummer als vermeld op het aanvraagformulier en de buizen ook op het uitslagformulier
dient te worden vermeld. De beroepscommissie stelt vast dat in dit geval dan ook niet is gebleken dat de urinecontrole niet conform de Regeling is uitgevoerd. Nu verder op het uitslagformulier klagers voornaam, achternaam, geboortedatum, patiëntnummer,
gedetineerdennummer en de datum en het tijdstip van afname van de urinecontrole zijn vermeld, acht de beroepscommissie de uitslag van de urinecontrole voldoende herleidbaar tot de bij klager afgenomen buisjes urine. De omstandigheid dat klagers
achternaam op het uitslagformulier verkeerd is gespeld nu hier één letter aan is toegevoegd, doet aan het voorgaande niet af. Gelet op het voorgaande kan de beslissing van de directeur om klager naar aanleiding van de uitslag van de urinecontrole de
onderhavige disciplinaire straf op te leggen, dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal gegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd. Het beklag zal alsnog ongegrond worden
verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, drs. R.K. Boelens en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 3 februari 2014
secretaris voorzitter