Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0190/SGA, 30 januari 2014, schorsing
Uitspraakdatum:30-01-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 14/190/SGA
Betreft : [klager] datum: 30 januari 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

de directeur van de locatie Esserheem te Veenhuizen, verder verzoeker te noemen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 70, tweede lid, van de Pbw, van de tenuitvoerlegging van een uitspraak van 24 januari 2014 van de beklagcommissie bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen
klager.

Het beklag betreft de wijze van verstrekking van medicatie (methadon).
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard.

De voorzitter heeft kennisgenomen van bedoelde uitspraak van de beklagcommissie en de onderliggende stukken en van het tegen de onderhavige uitspraak ingediende beroepschrift van 24 januari 2014.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de beklagcommissie slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist. Naar het oordeel van de voorzitter is sprake van een spoedeisend belang dat een schorsing rechtvaardigt.
In deze zaak spelen verschillende vragen, namelijk of sprake is geweest van een beslissing in de zin van artikel 60 van de Pbw en zo ja, of bij die beslissing gelet op de wijze en plaats van verstrekking van methadon aan klager een juiste afweging is
gemaakt tussen het belang van klager (privacy) en de belangen van de inrichting (waaronder de veiligheid). De beklagcommissie heeft (kennelijk) geoordeeld dat sprake was van een beslissing van de directeur en dat bij die beslissing onvoldoende rekening
is gehouden met de privacy van klager en heeft de klacht gegrond geacht. De directeur heeft aangegeven dat als de methadon wordt verstrekt op de door klager gevraagde wijze en hij aldus gevolg geeft aan de beslissing van de beklagcommissie, hij de orde
en veiligheid in de inrichting niet kan handhaven. Zonder verder in te gaan op de genoemde vragen, is de voorzitter van oordeel dat – gelet op hetgeen de directeur heeft aangevoerd –thans sprake is van een spoedeisend belang om de beslissing van de
beklagcommissie te schorsen tot het moment dat de beroepscommissie inhoudelijk zal hebben beslist op het beroep. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de uitspraak van de beklagcommissie tot het moment dat de beroepscommissie op het beroep van de directeur zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 30 januari 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven