Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3188/TA, 18 februari 2014, beroep
Uitspraakdatum:18-02-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3188/TA

betreft: [klager] datum: 18 februari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.R. Ytsma, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 5 juli 2013, ondertekend op 18 september 2013, van de alleensprekende beklagrechter bij FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 januari 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Over-Amstel te Amsterdam is gehoord namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, [...], juridisch medewerker.
Klager en zijn raadsman mr. A.R. Ytsma hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.
Als toehoorder was aanwezig [...] van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het moeten betalen voor het gebruik van een leenpas.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager wordt verplicht € 12,50 te betalen, waarvoor niet eens een wettelijke grondslag bestaat. Een bankpasje kost op jaarbasis € 3,50. Het aanhouden van een rekening via de inrichting kost € 150,= per jaar, zonder wettelijke basis of contractuele
afspraken.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Zonder een identiteitsbewijs kan een patiënt geen rekening openen bij de ING bank. Klagers geld wordt op de lopende rekening van de inrichting zelf beheerd en elke mutatie moet apart worden bijgehouden. Dit kost minimaal één uur per maand werk voor de
afdeling en een bedrag van € 12,50 is dan ook redelijk te noemen.
Aan alle patiënten is op 18 oktober 2012 medegedeeld dat er een nieuwe regeling is opgesteld ten aanzien van de leenpassen en ook aan klager is dit schriftelijk kenbaar gemaakt, onder vermelding van een overgangstermijn voor het aanvragen van een
identiteitsbewijs. De patiënten hebben tijdig van deze beleidswijziging kennis kunnen nemen. Zij kunnen er nog voor kiezen om voor 1 januari 2013 over te stappen op een bankrekening op eigen naam. Pas in januari 2013 is het bedrag voor het gebruik van
een leenpas van klagers rekening afgeschreven.

3. De beoordeling
Klager heeft op 24 oktober 2012 beklag ingesteld. Uit het dossier en het verhandelde ter zitting komt naar voren dat de patiënten in oktober 2012 zijn geïnformeerd dat per 1 januari 2013 een nieuwe regeling voor het gebruik van een leenpas zal worden
ingevoerd. Klager had de mogelijkheid voor 1 januari 2013 een identiteitsbewijs aan te vragen ten behoeve van het openen van een bankrekening op eigen naam. Pas in januari 2013 is het bedrag voor het gebruik van een leenpas van klagers rekening
afgeschreven.
Klager klaagt derhalve over een situatie die zich op het moment van klagen nog niet had voorgedaan, waardoor er op dat moment dan ook nog geen sprake was van een beslissing als bedoeld in artikel 56 Bvt. Gelet daarop kan klager niet worden ontvangen in
zijn klacht. De beroepscommissie zal het beroep derhalve ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen met wijziging van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 18 februari 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven