Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3641/GB, 11 februari 2014, beroep
Uitspraakdatum:11-02-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/3641/GB

Betreft: [klager] datum: 11 februari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 16 oktober 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is op 17 januari 2014 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de afdeling voor Beheers Problematische Gedetineerden (BPG) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 5 november 2012 gedetineerd. Hij verbleef in de p.i. Lelystad. Op 9 september 2013 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van unit 9 van de p.i. Vught, waar een individueel regime geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager is vanuit de p.i. Lelystad overgeplaatst naar de BPG-afdeling van de p.i. Vught. In de p.i. Lelystad hebben zich problemen voorgedaan. Toen klager in afzondering was geplaatst, is hij bezocht door de directeur en deze vertelde hem dat klager zou
worden overgeplaatst naar de p.i. Vught. Klager is van mening dat er geen reden was om hem voor te dragen voor een BPG-plaatsing. Klager is één keer agressief geweest jegens het personeel waarbij hij met urine heeft gegooid. Klager had ruzie met enkele
personeelsleden waarna hij direct is overgeplaatst naar de BPG-afdeling van de p.i. Vught. Deze ruzie is ontstaan nadat klager in de isoleercel was geplaatst. Klager vroeg om een aantal beklagformulieren en bij het invullen hiervan werd klager op
verschillende manieren uitgedaagd door het personeel. Klager heeft het in de gevangenis van de p.i. Vught op zich naar zijn zin. Hij heeft hier pas één keer een verslag aangezegd gekregen. Het gaat klager alleen om wat er in de p.i. Lelystad is
gebeurd,
waarbij hij vooral moeite heeft met het incident waarvoor hij in afzondering werd geplaatst. Klager werd in afzondering geplaatst in verband met een celcontrole. Hij heeft toen, net als zijn medegedetineerden, tegen de celdeur gebonkt. Klager is tegen
de hem in de p.i. Lelystad opgelegde ordemaatregel in beklag gegaan. Klager verzoekt om een tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Uit het selectieadvies van de p.i. Lelystad van 6 september 2013 is gebleken dat klager tijdens zijn verblijf in de gevangenis van de locatie Zwolle Zuid 1 moeite had met de geldende regels en zich niet naar behoren gedroeg. Ook tijdens zijn verblijf
in
de gevangenis van de p.i. Almere was klager grensverleggend bezig en deed hij alsof hij de regels niet begreep. Tijdens zijn verblijf in de p.i. Lelystad bewoog klager zich op de grens van het toelaatbare. Klager heeft op diverse afdelingen verbleven
en
was dreigend, verbaal agressief, manipulatief en kwam asociaal over. Klager vertoonde een patroon van agressief gedrag naar het personeel en heeft met urine en feces naar het personeel gegooid. Klager dient geplaatst te worden op een afdeling met een
strakke structuur waar hij goed gevolgd kan worden.

4. De beoordeling
4.1. De BPG-afdeling van de p.i. Vught is een afdeling - gevangenis en huis van bewaring - voor mannen met een individueel regime en een uitgebreid beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst. Een, al dan niet onherroepelijk, tot gevangenisstraf veroordeelde gedetineerde dient te worden geplaatst in een
inrichting met een regime van algehele dan wel beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. In het individueel regime kunnen gedetineerden worden geplaatst die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere
persoonlijke omstandigheden, een ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een regime van algehele of beperkte gemeenschap te functioneren of te verblijven.

4.3. Uit het selectieadvies van de p.i. Lelystad van 6 september 2013 blijkt dat klager geregeld problemen heeft veroorzaakt in de inrichtingen waar hij verbleef, agressief gedrag heeft vertoond naar het personeel en regelmatig de grenzen van het
toelaatbare opzocht. In de p.i. Lelystad heeft klager een laatste waarschuwing gehad maar deze laatste kans heeft hij binnen een week verspeeld. Met zijn gedrag en persoonlijkheid veroorzaakt klager een beheersrisico in de inrichting waardoor de
veiligheid van het personeel en klagers medegedetineerden niet kan worden gegarandeerd. Gelet op het voorgaande kan de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden
aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.H. Nijp, secretaris, op 11 februari 2014

secretaris voorzitter

Naar boven