Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3689/GM, 29 januari 2014, beroep
Uitspraakdatum:29-01-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3689/GM

betreft: [klager] datum: 29 januari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. J. Serrarens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts en - psychiater verbonden aan de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 5 november 2013 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 januari 2014, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door een tolk in de Albanese taal, en [...], inrichtingsarts.

Klagers raadsvrouw mr. J. Serrarens heeft schriftelijk meegedeeld verhinderd te zijn om ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 4 oktober 2013, houdt in dat klager lang heeft moeten wachten op een consult bij de inrichtingsarts en - psychiater en dat de door de inrichtingsarts en - psychiater
voorgeschreven medicatie niet werkt.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door en namens klager is de klacht als volgt toegelicht.
In de maanden september en oktober 2013 heeft klager twee tot drie weken moeten wachten op een consult bij de inrichtingsarts en - psychiater. De reactie van de medisch adviseur dat klager na een dag is gezien op het spreekuur van de inrichtingsarts is
niet juist. Gezien de ernst van klagers klachten is dit onverantwoord.
Hij heeft toentertijd bij de medische dienst aangegeven dat hij slecht sliep, last had van zijn spieren en de psychiater wilde zien. Zijn wervelkolom was verkrampt en hij kon zijn voeten en benen niet bewegen.
Het is juist dat klager de psychiater om andere medicatie heeft gevraagd. Er wordt altijd de verkeerde medicatie voorgeschreven. Klager weet niet welke medicatie hem is voorgeschreven. De medicatie werkte niet. Op een gegeven moment is hem medicatie
verstrekt die wel hielp.
Als klager met de inrichtingsarts spreekt dan werkt die niet samen met de - psychiater of andersom. De samenwerking is niet correct. De inrichtingspsychiater zei dat hij geen medicatie kon voorschrijven. U houdt mij voor dat uit de medische informatie
blijkt dat op 25 oktober 2013 een gesprek met de inrichtingspsychiater heeft plaatsgevonden en dat in overleg met klager zijn medicatie is aangepast. De inrichtingspsychiater heeft inderdaad medicatie voorgeschreven, maar die werkte niet. Daarna heeft
klager de inrichtingspsychiater opnieuw gesproken en hem gezegd dat de medicatie geen effect had.
Klager is 51 maanden gedetineerd. Hem is veel verschillende medicatie voorgeschreven die nooit een positief effect heeft gehad en schade heeft aangericht. Het is een marteling geweest. De enige optie is teruggaan naar Albanië.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
Uit de medische gegevens volgt dat klager regelmatig last heeft van lichamelijke klachten en dat die klachten bekend zijn bij de verpleegkundige en de inrichtingsarts. Er waren geen klachten bij die om een snellere actie van de inrichtingsarts vroegen.
Klager is op het spreekuur van de inrichtingsarts gezien. Er is wel veelvuldig contact geweest tussen de inrichtingsarts en de - psychiater over klagers medicatie en hoe klager adequaat te behandelen. Klager is volwaardige zorg verstrekt.

Op 16 januari 2014 is op het secretariaat van de Raad een email van het secretariaat van de medisch adviseur ontvangen met als bijlage een reactie van de inrichtingspsychiater. Een afschrift van deze reactie is aan klager en zijn raadsvrouw
toegezonden.

Op 21 januari 2014 is een reactie van klagers raadsvrouw mr. J. Serrarens ontvangen. Een afschrift van deze reactie is aan de inrichtingsarts/psychiater toegestuurd.

3. De beoordeling
Uit klagers medische gegevens en de behandeling ter zitting volgt dat klager in de betreffende periode regelmatig is gezien door de medische dienst en de inrichtingsarts voor zijn medische klachten en dat de inrichtingsarts en - psychiater meerdere
keren overleg hebben gehad over de aan klager te verstrekken medicatie en behandeling. Niet is gebleken dat klager langer dan medisch gezien wenselijk is op een consult met de inrichtingsarts en/of - psychiater heeft moeten wachten. De verwachtingen
van
klager zijn op dat punt ook niet richtinggevend. Het handelen door of namens de inrichtingarts en - psychiater kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep
zal
derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. J.G.J. de Boer en drs. L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 29 januari 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven