Nummer: 13/3728/GB
Betreft: [klager] datum: 29 januari 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.E. Calis, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 12 november 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 27 augustus 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wordt bedreigd door medegedetineerden in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel en vreest voor zijn eigen veiligheid. Klagers medegedetineerden hebben een steekwapen op zijn cel verstopt. De betreffende medegedetineerden zijn na het
incident verplaatst naar een andere afdeling. Op 18 november 2013 is klager echter verplaatst naar de afdeling waar de betreffende medegedetineerden verblijven. De gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel is verantwoordelijk voor klagers
veiligheid. Het is in strijd met de nationale en Europese wetgeving om, wanneer klager aangeeft dat er serieuze bedreigingen zijn, hier als inrichting niets mee te doen. Het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden. Klager kan zich niet voorstellen dat in
vergelijkbare gevallen gedetineerden niet worden overgeplaatst naar een andere inrichting. Bovendien ligt de gevangenis van de locatie Zuyder Bos dichter bij zijn familie.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager voelt zich niet veilig in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel. Klager functioneert goed in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel. Er is melding gemaakt van onenigheid tussen klager en de betreffende medegedetineerden. De
betreffende medegedetineerden zijn verplaatst waardoor er geen noodzaak is om klager over te plaatsen. Klagers veiligheid in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel is voldoende gegarandeerd. Klager ontvangt regelmatig bezoek waardoor een
overplaatsing in verband met zijn sociale contacten evenmin noodzakelijk is.
4. De beoordeling
Uit het selectieadvies van de p.i. Krimpen aan den IJssel van 1 november 2013 blijkt dat tijdens een celinspectie op 8 oktober 2013 een steekwapen op klagers cel is aangetroffen en dat bij dit incident medegedetineerden betrokken waren. Klager voelt
zich na dit incident niet meer veilig in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel. De selectiefunctionaris stelt dat de medegedetineerden verplaatst zijn waardoor er geen noodzaak tot overplaatsing is. Klager ontkent echter dat de betreffende
medegedetineerden naar een andere inrichting zijn overgeplaatst. Uit het selectieadvies van de p.i. Krimpen aan den IJssel volgt dat de directeur enerzijds stelt dat de medegedetineerden naar een andere afdeling binnen de inrichting zijn verplaatst. In
hetzelfde selectieadvies wordt anderzijds gesteld dat één van de medegedetineerde ontslagen is uit detentie en dat de andere medegedetineerde naar een andere inrichting is overgeplaatst. Onvoldoende duidelijk is geworden of de betreffende
medegedetineerden inmiddels naar een andere inrichting zijn overgeplaatst en uit detentie zijn ontslagen of dat zij nog in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel verblijven. Door deze onduidelijkheid is het verweer van klager onvoldoende
weersproken. Het beroep zal gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing dient te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee
weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.H. Nijp, secretaris, op 29 januari 2014
secretaris voorzitter