Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2529/TA, 27 januari 2014, beroep
Uitspraakdatum:27-01-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/2529/TA

betreft: [klager] datum: 27 januari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 juli 2013 van de beklagcommissie bij FPC Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 3 december 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. A.L. Louwerse, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de beschadiging van klagers playstation;
b. het weigeren van bezoek op 6 maart 2013;
c. de verlenging van de maatregel van het weigeren van bezoek op 3 april 2013.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag onder a., b. en c. op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ten aanzien van het beklag onder a. en b. is sprake van een verschoonbare reden voor de termijnoverschrijding voor het indienen van het klaagschrift. Aan klager is op 6 maart 2013 geen schriftelijke mededeling van de maatregel uitgereikt en derhalve
was
niet duidelijk wanneer de beklagtermijn is gaan lopen. Klager was in die periode gesepareerd en daarna is hij in afzondering geplaatst. Het was voor klager moeilijk beklag in te dienen.

Ten aanzien van a.:
Klagers playstation was onbeschadigd en bij teruggave na de inbeslagneming bleek dat op de playstation een kras zat. Het apparaat doet het nu niet goed meer en klager acht de inrichting verantwoordelijk voor de schade. Klager verzoekt om een
tegemoetkoming van € 125,=.

Ten aanzien van b. en c.:
Er was geen sprake van invoer van drugs en klager heeft geen drugs ingeslikt. Mevrouw [...] is ten onrechte beschuldigd en aan klager is ten onrechte de maatregel weigering bezoek opgelegd. De verlenging van de maatregel is disproportioneel.

Namens het hoofd is in beroep verwezen naar het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd ten aanzien van het beklag onder a. en b. kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het beklag onder c. zal de beroepscommissie klager ontvankelijk verklaren, nu hij zijn klacht, die voortbouwt op zijn beklag tegen de hem opgelegde maatregel van weigeren van bezoek van mevrouw [...] voldoende concreet heeft toegelicht,
anders dan de beklagcommissie heeft overwogen.

Volgens de inrichting is klagers bezoek op 3 maart 2013 gefouilleerd en zijn daarbij drugs aangetroffen. Klager heeft toen snel het zakje drugs in zijn mond gestopt en doorgeslikt. Het personeel hoorde klager zeggen: “zo, nu hebben jullie geen bewijs
meer” en tegen zijn bezoekster roepen: “maak je geen zorgen, het is weg, ik heb het doorgeslikt.” Vervolgens is besloten dat klager geen bezoek meer van deze bezoekster mag ontvangen.
Gezien het voorgaande acht de beroepscommissie de verlenging van deze maatregel op 3 april 2013 niet onredelijk of onbillijk. Het beklag zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van het beklag onder a. en b. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van het beklag onder c. Zij verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag onder c. en verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 27 januari 2014

secretaris voorzitter

Naar boven