Nummer: 13/3773/GB
Betreft: [klager] datum: 27 januari 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.E. Toet, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 11 november 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie De Karelskamp te Almelo afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 16 juni 2013 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie De Kruisberg Doetinchem, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager stelt dat het voor hem onmogelijk is om zijn sociale contacten met het thuisfront te onderhouden. Klagers gezin woont een half uur van het h.v.b. van de locatie De Kruisberg Doetinchem vandaan. Klagers verzoek is afgewezen omdat een
medeverdachte
uit klagers strafzaak in het h.v.b. van de locatie De Karelskamp verblijft. In het h.v.b. van de locatie De Karelskamp zijn verschillende afdelingen waardoor klager op een andere afdeling dan de medeverdachte kan worden geplaatst. Klagers vriendin
beschikt over weinig inkomsten en kampt met gezondheidsproblemen, waardoor de reis van Almelo naar Doetinchem zwaar voor haar is.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
In het h.v.b. van de locatie De Karelskamp verblijft een medeverdachte uit klagers strafzaak. Niet gegarandeerd kan worden dat klager niet in contact komt met de betreffende medeverdachte wanneer hij overgeplaatst wordt naar het h.v.b. van de locatie
De
Karelskamp. De selectiefunctionaris heeft hierbij acht geslagen op het bezwaar van het Openbaar Ministerie (OM) tegen een overplaatsing van klager naar het h.v.b. van de locatie De Karelskamp. Dit in verband met het verblijf van een medeverdachte in
deze inrichting.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Uit het selectieadvies blijkt dat het OM bezwaar heeft tegen een overplaatsing van klager naar het h.v.b. van de locatie De Karelskamp, omdat in deze inrichting een medeverdachte van klager verblijft. Overigens zijn bezoekproblemen inherent aan
het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen grond voor overplaatsing. Hetgeen klager heeft aangevoerd vormt geen bijzondere omstandigheid en bovendien blijkt uit het selectieadvies van het h.v.b. van de locatie De
Kruisberg Doetinchem van 7 november 2013 dat klager niet verstoken is van bezoek. Klager heeft de gezondheidsproblemen van zijn vriendin niet feitelijk onderbouwd. Gelet op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing
van
de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Voor een veroordeling in de proceskosten, zoals verzocht door klagers raadsvrouw, biedt de Pbw geen ruimte.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.H. Nijp, secretaris, op 27 januari 2014
secretaris voorzitter