Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3810/GA, 29 januari 2014, beroep
Uitspraakdatum:29-01-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Activiteiten  v

Uitspraak

nummer: 13/3810/GA

betreft: [klager] datum: 29 januari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 november 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 januari 2014, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.W.G.M. Kral, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij voormelde p.i.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het insluiten tijdens TRA-momenten.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het in de inrichting aangeboden dagprogramma duurt (tenminste) 59 uren per week, dat staat voor klager niet ter discussie. Klager is echter van mening dat, als hij aan een bepaalde activiteit buiten eigen schuld niet kan deelnemen, hij niet mag worden
ingesloten maar recht heeft op een vervangende activiteit. Hij kan geen deelnemen aan TRA-activiteiten. Tijdens die activiteiten wordt hij ingesloten. De TRA-activiteiten duren vier uur per week. Klager krijgt overigens wel tenminste 18 uur per week
aan
activiteiten aangeboden. Klager wil graag een vervangende activiteit dan wel vrij over de afdeling kunnen bewegen tijdens de TRA-momenten. Klager komt louter in verband met zijn ontslagdatum thans nog niet in aanmerking voor TRA-activiteiten.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De TRA-activiteiten worden als extra activiteit aangeboden. De gedetineerden die niet deelnemen aan deze TRA-activiteiten worden ingesloten, er werden geen vervangende activiteit of compensatie geboden. Bij arbeid kunnen de gedetineerden, als zij
daaraan geen deel kunnen nemen, vrijelijk over de afdeling bewegen. Zij worden dan niet ingesloten, omdat ze recht hebben op arbeid. Sinds december biedt de inrichting overigens aan gedetineerden die nog niet in aanmerking komen voor een TRA-activiteit
ter compensatie gedurende drie uur een vervangende activiteit.

3. De beoordeling
Vast staat dat aan klager een dagprogramma werd aangeboden dat voldeed aan de wettelijke minimumduur van 59 uur en dat hem daarin tenminste 18 uur aan activiteiten werden aangeboden.Voorts staat vast dat klager, gelet op de fase van zijn detentie, nog
niet mocht deelnemen aan TRA-activiteiten.
Nu aan klager een dag- en activiteitenprogramma werd aangeboden dat voldoet aan de wettelijke eisen en de TRA-activiteiten extra activiteiten zijn voor deelname waarvan aan eisen moet worden voldaan , terwijl klager daaraan (nog) niet voldeed, is de
bestreden beslissing van de directeur – bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – niet onredelijk of onbillijk.
Hetgeen in beroep naar voren is gebracht kan daarom niet leiden tot een ander oordeel dan dat van de beklagrechter. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard, met bevestiging van de uitspraak van de beklagrechter.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.M.L. Pattijn, MSM, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven