Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0725/GM, 8 augustus 2002, beroep
Uitspraakdatum:08-08-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/725/GM

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennis genomen van een op 4 april 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Noord Brabant Noord, bijzondere zorgafdeling (verder: bza) van de locatie Oosterhoek te Grave,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag d.d. 27 maart 2002 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 juli 2002, gehouden in de p.i. Noord Brabant Noord, locatie De Leuvense Poort te ‘s-Hertogenbosch, is klager gehoord. Klagers raadsman mr. C.P.M. Smit was verhinderd de zitting bij tewonen; klager heeft besloten zelf zijn klacht mondeling toe te lichten.
De inrichtingsarts verbonden aan de bza van de locatie Oosterhoek heeft schriftelijk gereageerd op het beroep doch is, hoewel daartoe uitgenodigd, niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur d.d. 3 maart 2002, betreft het doorgeven ten behoeve van klagers medische verzorging van onjuiste patiëntgegevens aan het Pieter Baan Centrum (verder:PBC) te Utrecht.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht.
Op donderdag 3 januari 2002 is hij vanuit Grave overgebracht naar het PBC, voor onderzoek. Die avond bood een p.i.w.-er hem antidepressiva - in vloeibare vorm - aan, waarbij op het innemen daarvan werd aangedrongen. Op klagers vraagwaartoe die dienden werd hem meegedeeld dat de medicatie werd verstrekt op voorschrift van de inrichtingsarts in Grave. Klager, die al tien maanden geen geneesmiddelen had gebruikt, heeft geweigerd de middelen in te nemen. Hij heeftdie nacht slecht geslapen omdat hij niet wist wat de gevolgen van de weigering zouden zijn, heeft overgegeven van de spanning en heeft daardoor maagpijn gehad. De drie hierop volgende avonden is de medicatie hem weer aangeboden enheeft hij die weer geweigerd.
Hij kon merken dat het personeel zijn weigering niet leuk vond. Hij bouwde daarmee een muur op en kreeg zodoende afstand tot het personeel. Dit heeft ook stress bij hem veroorzaakt.
Eerst op maandagmiddag 7 januari 2002 is er telefonisch contact geweest tussen de betrokken artsen en is gebleken dat in plaats van klagers gegevens die van een naamgenoot waren doorgegeven aan de medische dienst van het PBC. Eenzuster van de medische dienst van het PBC heeft dit aan klager verteld. De arts te Grave heeft voor deze fout niet zijn excuses aan klager aangeboden. Klager wenst in verband met de door hem tengevolge van die fout ondervondenstress, slapeloosheid, de maagpijn en het niet kunnen genieten van de door hem op 3 januari 2002 bestelde snacks een schadevergoeding van € 100 te ontvangen.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet nader toegelicht. Dit standpunt luidt als volgt.
Op 3 januari 2002 is in het kader van klagers overbrenging naar het PBC door de medische dienst van p.i. Oosterhoek informatie verstrekt aan de medische dienst van het PBC over een andere gedetineerde met dezelfde achternaam alsklager heeft. De inrichtingsarts te Grave betreurt deze vergissing. Deze is echter dezelfde dag hersteld. De psycholoog van de bza heeft namens de inrichtingsarts contact opgenomen met de psychiater van het PBC om de vergissingrecht te zetten en de juiste gegevens over klager te verstrekken.

3. De beoordeling
Als door klager gesteld en door de arts te Grave erkend staat vast dat onder verantwoordelijkheid van deze arts bij gelegenheid van klagers overbrenging op 3 januari 2002 naar het PBC en met het oog op klagers medische verzorgingaldaar aanvankelijk onjuiste medische gegevens, betreffende een naamgenoot van klager, zijn doorgegeven aan het PBC.
De beroepscommissie is dienaangaande van oordeel dat medische gegevens zodanig zorgvuldig behoren te worden overgedragen dat een fout als in het voorliggende geval, waarbij de overdracht mogelijk alleen op naam en niet tevens opgeboortedatum is geschied, niet wordt gemaakt.
De beroepscommissie is gelet op het voorgaande van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts, voorzover betreffende de (eerste) overdracht van medische gegevens, moet worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pmneergelegde norm. Het beroep zal daarom in zoverre gegrond worden verklaard.
Ten aanzien van de door klager gestelde gevolgen van de onjuiste gegevensoverdracht overweegt de beroepscommissie het volgende.
De inrichtingsarts stelt zich op het standpunt dat voormelde vergissing op 3 januari 2002 direct is hersteld. Klager voert aan dat hem op 7 januari 2002 is gebleken dat hem vier dagen lang voor een ander bestemde medicatie isaangeboden, dat hij daarvan de door hem beschreven nadelige gevolgen heeft ondervonden en dat dit eerst op 7 januari 2002 is gestopt na telefonisch contact tussen de beide artsen.
De beroepscommissie acht het aannemelijk dat de inrichtingsarts te Grave heeft getracht de vergissing op zo kort mogelijke termijn recht te zetten. Dat hierop in het PBC kennelijk niet adequaat is gereageerd, valt de inrichtingsartste Grave niet te verwijten.
Voor het toekennen van een tegemoetkoming ten laste van de inrichting van herkomst acht de beroepscommissie, gelet op het hiervoor overwogene, geen termen aanwezig.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij kent geen tegemoetkoming toe.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, F.M.M. van Exter en drs. S.H. Hartman-Faber, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Swart-Babbé, secretaris, op 8 augustus 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven