Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3130/GA, 21 januari 2014, beroep
Uitspraakdatum:21-01-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3130/GA

betreft: [klager] datum: 21 januari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.M.C. van Beek, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 september 2013 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 januari 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager en de heer [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van voornoemde locatie.
Klagers raadsman is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de oplegging van een disciplinaire straf van opsluiting in een afzonderingscel voor de duur van vijf dagen, waarvan twee dagen voorwaardelijk, wegens een positieve urinecontrole.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager ontkent drugs te hebben gebruikt. Hij stelt dat het eten van cake in combinatie met zijn medicijnen wellicht tot de positieve uitslag heeft
geleid.
Klager wijst erop dat er vier verschillende uitslagen zijn van de onderzoeken op één afgenomen urinemonster.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De verschillende uitslagen hebben te maken met de verschillende metingen die zijn verricht. De verschillen zijn klein en alle leiden tot een
positief onderzoeksresultaat.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat er vier verschillende uitslagen bekend zijn geworden naar aanleiding van de urinecontrole van klager. De door de directeur gegeven verklaring hiervoor, te weten dat er verschillende metingen worden verricht, verklaren
deze verschillen slechts ten dele. Aangenomen mag worden dat voor het duplo onderzoek van de moederbuis en de controlebuis dezelfde metingen zijn verricht als bij de oorspronkelijke test. Nu er door klager expliciet verweer is gevoerd op dit punt lag
het op de weg van de directeur om nadere informatie op te vragen bij het laboratorium ten aanzien van de vraag waardoor deze verschillen veroorzaakt (kunnen) zijn. Zonder deze nadere toelichting zijn de uitslagen van de urinecontrole onvoldoende
inzichtelijk. Gelet hierop kon deze uitslag niet in redelijkheid grond zijn voor de oplegging van de disciplinaire straf.

Het beroep zal gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. Aan klager wordt een tegemoetkoming van € 30,= toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 30,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, prof. dr. mr. L.M. Moerings en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. T. Nauta, secretaris, op 21 januari 2014

secretaris voorzitter

Naar boven