Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3555/GB, 15 januari 2014, beroep
Uitspraakdatum:15-01-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/3555/GB

Betreft: [klager] datum: 15 januari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H.J. Veen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 oktober 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuwegein ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 25 oktober 2012 gedetineerd. Hij verblijft sinds 1 mei 2013 in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein, waar een regime van algehele gemeenschap geldt. Op 15 augustus 2013 is klager geselecteerd voor de zeer beperkt beveiligde inrichting
(z.b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard. Bij beslissing van 26 september 2013 is deze selectie ingetrokken, omdat klager de geïndiceerde Cova+-training niet wil volgen, en is klager geselecteerd voor de gevangenis van de p.i. Nieuwegein.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De geïndiceerde Cova+-training is geschikt voor zwakbegaafde mensen met een IQ tussen de 70 en 90. Klager krijgt nu het stempel van zwakbegaafdheid en vraagt zich af waar dit op gebaseerd is. Klager meent dat er in redelijkheid niet van hem verwacht
kan
worden deel te nemen aan de Cova+-training, omdat hij een hoger IQ heeft dan tussen de 70 en 90. Klager heeft om nadere informatie verzocht bij het bureau selectie- en detentiebegeleiding maar krijgt hier een ontwijkend antwoord op. Klager was reeds
gefaseerd en zou naar huis toe gaan in plaats van naar een z.b.b.i. De reclassering is bij klager thuis geweest en had alles goedgekeurd. Het feit dat klager de Cova+-training moest volgen kwam als een donderslag bij heldere hemel. Wanneer dit eerder
bekend was geweest had klager de Cova+-training reeds tijdens de intramurale fase kunnen volgen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager weigert deel te nemen aan de geïndiceerde interventies die zijn ingevuld vanuit Risc, omdat hij meent niet tot de doelgroep te behoren voor wie de Cova+-training geschikt is. Deze interventies zijn vastgesteld in klagers Terugdringen Recidive
(TR)-traject en het weigeren hieraan deel te nemen vormt een grond om niet in aanmerking te komen voor detentiefasering. Klager zou geplaatst kunnen worden in een gestapeld traject (plaatsing in een z.b.b.i. en aansluitend deelname aan een penitentiair
programma) en zou dan de Cova+-training gaan volgen. Gelet hierop is de Cova+-training niet intramuraal aangeboden aan klager. Door de reclassering is het volgen van de Cova+-training geïndiceerd in het reclasseringsrapport.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Nieuwegein is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling), komen voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of
maatschappelijk risico vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,=
hebben openstaan, een strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.4. Uit het reclasseringsadvies van 26 juni 2013 volgt dat volgens klagers TR-traject hij de Cova+-training dient te volgen. Uit het selectieadvies van de p.i. Nieuwegein van 24 september 2013 volgt dat klager op 24 september 2013 heeft geweigerd
aan de opgelegde interventie deel te nemen en zijn deelname aan TR heeft beëindigd. Ingevolge artikel 2, tweede lid, onder c van de Regeling komen gedetineerden die weigeren deel te nemen aan dit traject of hun deelname aan dit traject weigeren voort
te
zetten niet in aanmerking voor plaatsing in een z.b.b.i. Gelet op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of
onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van der Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.H. Nijp, secretaris, op 15 januari 2014

secretaris voorzitter

Naar boven