Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3596/SGA, 5 november 2013, schorsing
Uitspraakdatum:05-11-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 13/3596/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 5 november 2013

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Zoetermeer.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 29 oktober 2013, inhoudende de oplegging van een ordemaatregel van
uitsluiting van deelname aan activiteiten, in die zin dat verzoeker tijdelijk op een andere afdeling en op een individueel programma wordt geplaatst teneinde nader onderzoek te kunnen doen en bewaring van verzoekers veiligheid en de algehele
veiligheid.
De ordemaatregel is opgelegd voor de duur van veertien dagen, ingaande op 29 oktober 2013 om 15.00 uur en eindigende op 12 november 2013 om 15.00 uur.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 30 oktober 2013, van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 5 november 2013 alsmede van de door verzoekers raadsman, mr R.A.J. Verploegh, gegeven nadere reactie op het door
verzoeker ingediende schorsingsverzoek.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Uit de inlichtingen van de directeur, waaronder een verslag van 29 oktober 2013, komt naar voren dat er een spanningsveld heerst op de afdeling en
dat verzoeker daarin een belangrijke rol speelt. Zo geeft verzoeker onder meer informatie over handel in drugs aan personeel door. Na onderzoek bleek dit niet zo te zijn en daarmee werden medegedetineerden mogelijk vals beschuldigd. Hierdoor bestaat de
kans dat een en ander op de afdeling escaleert. Volgens de directeur is zowel verzoekers veiligheid en die van medegedetineerden als de totale orde en veiligheid in de inrichting is in het geding. Teneinde zowel de orde en de veiligheid in de
inrichting
te waarborgen alsmede een gedegen onderzoek te kunnen verrichten naar hetgeen door zowel verzoeker, als door meerdere gedetineerden wordt gesteld, is verzoeker onderhavige ordemaatregel opgelegd. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter kunnen
voormelde omstandigheden de bestreden beslissing van de directeur rechtvaardigen. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 5 november 2013.

secretaris voorzitter

Naar boven