Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3690/GB, 13 januari 2014, beroep
Uitspraakdatum:13-01-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/3690/GB

Betreft: [klager] datum: 13 januari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 31 oktober 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad, het h.v.b. van de p.i. Almere of een h.v.b. in de regio Amsterdam afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 27 augustus 2013 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. van de locatie De Kruisberg Doetinchem. Op 26 november 2013 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van de p.i. Almere. Op 27 november 2013 heeft de selectiefunctionaris een nieuwe
beslissing genomen en is klager geselecteerd voor het h.v.b. van de locatie De Kruisberg Doetinchem, dit wegens bekendheid met het personeel in de p.i. Almere. Bij beslissing van 28 november 2013 is de beslissing van 27 november 2013 komen te
vervallenen en is klager op 28 november 2013 overgeplaatst naar het h.v.b. van de p.i. Nieuwegein, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers vriendin, vader en oma wonen in Almere en maken gebruik van het openbaar vervoer om klager te bezoeken. Om klager te bezoeken zijn zij drie en een half uur onderweg en moeten zij drie keer overstappen. Klagers oma is ziek en slecht ter been,
waardoor zij niet in de gelegenheid is om zo lang te reizen. Ook het overstappen is voor haar lastig. Op 21 november 2013 is alsnog positief beslist op klagers verzoek. Nadat bekend werd dat klagers oom werkzaam zou zijn in de p.i. Almere, is klager op
27 november 2013 geselecteerd voor het h.v.b. van de locatie De Kruisberg Doetinchem. Na telefonisch contact tussen klagers raadsvrouw en het bureau selectiefunctionarissen is klager op 28 november 2013 overgeplaatst naar het h.v.b. van de p.i.
Nieuwegein. Klager en zijn oom hebben nimmer contact met elkaar en zijn oom is werkzaam op een andere afdeling. Klager heeft om een tegemoetkoming verzocht.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klagers redenen om overgeplaatst te willen worden waren aanvankelijk onvoldoende om zijn verzoek in te willigen. Bovendien rechtvaardigde klagers gedrag en opstelling in de inrichting de honorering van een verzoek niet. In Amsterdam is er te weinig
capaciteit, waardoor klager hier niet naartoe overgeplaatst kan worden. Gelet op het parket van insluiting is klager op 21 november 2013 alsnog geselecteerd voor het h.v.b. van de p.i. Almere. Deze beslissing is genomen op basis van de actuele stand
van
zaken. Op 27 november 2013 is klager echter geselecteerd voor het h.v.b. van de locatie De Kruisberg Doetinchem vanwege bekendheid met het personeel in het h.v.b. van de p.i. Almere. Bij beschikking van 28 november 2013 is de beschikking van 27
november
2013 komen te vervallen en is klager geselecteerd voor het h.v.b. van de p.i. Nieuwegein, waar hij op 28 november 2013 naartoe is overgeplaatst.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Bij aanwezigheid van bijzondere
omstandigheden kan op dit plaatsingsbeleid een uitzondering worden gemaakt. Klager verbleef in het h.v.b. van de locatie De Kruisberg Doetinchem, gelegen in het arrondissement Gelderland. Klager wordt vervolgd voor het arrondissement Midden-Nederland.
Onvoldoende is gemotiveerd waarom klager niet overgeplaatst kan worden naar het arrondissement van vervolging. Gelet op het voorgaande zal het beroep gegrond worden verklaard. Nu klager op 28 november 2013 overgeplaatst is naar het h.v.b. van de p.i.
Nieuwegein en derhalve overgeplaatst is naar het arrondissement Midden-Nederland volstaat de beroepscommissie, overeenkomstig artikel 73, vierde lid jo. artikel 68, derde lid, onder c van de Pbw, met de enkele vernietiging van de bestreden beslissing.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.H. Nijp, secretaris, op 13 januari 2014

secretaris voorzitter

Naar boven