Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3216/GA, 9 januari 2014, schorsing
Uitspraakdatum:09-01-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3216/GA

betreft: [klager] datum: 9 januari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

gericht tegen een uitspraak van 23 september 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 december 2013, gehouden in de p.i. Lelystad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. de Reus, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Ter Apel.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. het met grote schijnvertoning en buitenproportioneel gedrag intern overplaatsen van klager naar de passantencel;
b. de vermissing van goederen na ontuiming van klagers cel en zijn overplaatsing.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op 2 augustus 2012 is er een melding gekomen dat klager erg veel interesse had voor de celsleutel van het personeel. Op 30 augustus 2012 krijgt
klager
een ordemaatregel opgelegd. Op zijn cel worden 12 lakens en een rol plakband gevonden. Op 31 augustus 2012 is klager teruggekeerd naar de leefafdeling. De beklagcommissie was op de hoogte van deze gebeurtenissen. Klachten hierover van klager zijn door
de beklagcommissie ongegrond verklaard. In het verleden heeft klager een ontvluchtingspoging ondernomen door middel van het aan elkaar knopen van lakens. Er is inderdaad bewust voor gekozen om klager zo laat mogelijk op de hoogte te brengen van de
overplaatsing. Klager is inderdaad door meerdere personeelsleden naar de passantencel overgebracht. Dit is een gewone cel met bed en televisie. Het personeel heeft zich niet buitenproportioneel gedragen. Er is tijdens de overbrenging naar de
passantencel op geen enkele wijze sprake geweest van fysiek geweld.
Door een misverstand is voor de beklagrechter verzuimd het ontruimingsverslag mee te sturen met het verweerschrift. Klager stelt goederen te missen met een totale waarde van
€ 430,=. Op geen enkele manier heeft hij aannemelijk gemaakt waar dit bedrag op is gebaseerd. Uit de stukken blijkt dat klager bij binnenkomst niet in het bezit was van een radio cd-speler of wekker. Klager had bij binnenkomst één paar schoenen. Er
zijn
vier paar schoenen op zijn cel aangetroffen en deze heeft hij meegekregen. Hij had bij binnenkomst zes T-shirts en volgens het ontruimingsverslag heeft hij acht T-shirts meegekregen. Er waren geen cd’s meer aanwezig op klagers cel. Klager heeft op 24
september 2012 een verklaring ondertekend waarin hij aangeeft dat hij zijn spullen, die eerder in bewaring waren gegeven, in dezelfde staat heeft terug ontvangen. Voldoende aannemelijk is dat klager tijdens zijn verblijf in de p.i. Ter Apel niet in het
bezit was van de spullen die hij aangeeft te missen.
De verklaring die klager heeft ondertekend betreft de in de fouillering opgeslagen spullen. De ontruiming van klagers cel heeft plaatsgevonden door twee personeelsleden. De ontruiming heeft op een correcte wijze plaatsgevonden.

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De directeur bevestigt dat klager door meedere personeelsleden naar de passantencel is overgebracht in het kader van de orde en veiligheid.
Hierbij is anders gehandeld dan bij andere gedetineerden, gelet op de overweging over klagers voorgeschiedenis en de gebeurtenissen in de p.i. Ter Apel. Na de ordemaatregel en disciplinaire straf van 31 augustus 2012 hebben zich echter geen
bijzonderheden voorgedaan. De directeur weerspreekt niet dat klager door acht tot tien personeelsleden naar de passantencel is overgebracht. Klager heeft zelf verzocht om overplaatsing naar een andere inrichting. Hij begrijpt daarom niet waarom de
inrichting er problemen van maakt.
Het door de directeur overgelegde ontruimingsverslag is niet gedateerd en evenmin door klager ondertekend. De verklaring van eigen risico meldt slechts dat bij ondertekening wordt verklaard dat de eerder in bewaring gegeven goederen in dezelfde staat
terug zijn ontvangen. Welke goederen dat zijn, wordt echter op geen enkele wijze beschreven. De lezing in het verslag van rogatoir verhoor van 18 december 2012 wordt door de directeur niet weersproken. De spullen van klager zijn niet in zijn bijzijn
ingepakt. De goederen zijn niet met speciaal vervoer getransporteerd en klager mocht de goederen niet controleren.
Aanvankelijk mocht klager zijn spullen zelf inpakken, maar dat werd hem uiteindelijk niet toegestaan. De bus voor het vervoer kwam om zeven uur ’s ochtends. Zijn spullen zaten in een blauwe zak en gingen mee in de bus. Alles zou compleet zijn. Bij
aankomst in de p.i. Krimpen aan den IJssel bleek hij spullen te missen. Ter zitting toont klager een plaatje van een Philips wekkerradio die hij mist. De directeur weet niet of de p.i. Krimpen aan den IJssel heeft getekend voor ontvangst.

3. De beoordeling
a.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. De beroepscommissie heeft er begrip voor dat de directeur klager op een zo laat mogelijk moment en
onaangekondigd heeft willen overplaatsen naar een andere inrichting. Niet goed te begrijpen en ook onvoldoende onderbouwd door de directeur is echter waarom voor de overbrenging naar de passantencel acht tot tien personeelsleden benodigd waren. Het
beroep van de directeur zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

b.
Klager stelt na zijn overplaatsing naar de p.i. Krimpen aan den IJssel op 24 september 2012 enkele goederen te missen. Het gaat om een Sony Radio cd speler, een digitale wekkerradio van Akai, een Dolce en Gabbana T-shirt, Nike Air Max sportschoenen en
twee cd’s. Klager heeft ook ter zitting van de beroepscommissie onvoldoende kunnen onderbouwen welke goederen hij voor zijn overplaatsing in zijn bezit had en welke waarde deze goederen hebben. Nu de beroepscommissie geen reden heeft te twijfelen aan
de
juistheid van het door twee personeelsleden opgemaakte onruimingsverslag, dient de vermissing – zo daar al sprake van is – voor risico van klager te blijven. Het beroep van de directeur zal derhalve gegrond worden verklaard. De uitspraak van de
beklagrechter zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep wat betreft beklagonderdeel a ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.
Zij verklaart het beroep wat betreft beklagonderdeel b gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem - Broos en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 9 januari 2014

secretaris voorzitter

Naar boven