Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3675/GA en 13/3622/GA, 8 januari 2014, beroep
Uitspraakdatum:08-01-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3675/GA en 13/3622/GA

betreft: [klager] datum: 8 januari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de bij de Raad ingekomen beroepschriften van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught en

[...], ingediend door mr. E.A. Blok, verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 oktober 2013 van de beklagcommissie bij voormelde inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 december 2013, gehouden in de p.i. Vught, zijn klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Vught, gehoord.

Bij brief van 2 januari 2014 heeft de directeur nadere inlichtingen verstrekt. Een afschrift van deze brief is aan klager en zijn raadsvrouw verzonden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering een Playstation portable E-1000 (hierna: PSP) in te voeren.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en aan klager een tegemoetkoming van € 50,= toegekend, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is aangevoerd dat hij zich kan vinden in de uitspraak van de beklagcommissie, maar de directeur nog altijd weigert de PSP aan klager te doen toekomen. Ter zitting van de beroepscommissie heeft klager verzocht om een tegemoetkoming
van € 10,= per maand voor de periode dat hij niet over de PSP heeft kunnen beschikken.

De directeur heeft het beroep schriftelijk toegelicht. Ter zitting van de beroepscommissie heeft de directeur meegedeeld dat de weigering is gebaseerd op het feit dat de PSP over een USB-poort beschikt. Indien de USB-poort onklaar gemaakt kan worden,
zal de PSP alsnog worden toegestaan. Bij brief van 2 januari 2014 heeft de directeur bericht dat de PSP ter verzegeling is aangeboden aan de firma [...]. Bezien dient te worden of de USB-poort onklaar gemaakt en verzegeld kan worden. Wanneer het risico
op schade te groot is, kan de PSP niet worden ingevoerd. De door de beklagcommissie aan klager toegekende tegemoetkoming van € 50,= is reeds betaald.

3. De beoordeling
Ten aanzien van het beroep van de directeur overweegt de beroepscommissie als volgt.
Aan de beslissing tot weigering tot invoer van de PSP heeft de directeur ten grondslag gelegd dat de PSP zou beschikken over mogelijkheden voor gebruikmaking van internet en telefonie. Ter zitting van de beroepscommissie heeft de directeur echter
verklaard dat de weigering is gebaseerd op het feit dat de PSP over een USB-poort beschikt. Uit de nadere inlichtingen van de directeur van 2 januari 2014 blijkt dat de PSP alsnog is aangeboden ter verzegeling en dat zal worden bekeken of de USB-poort
onklaar gemaakt kan worden. Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat de aangevochten beslissing van de directeur tot weigering van de PSP niet op goede gronden rust. Het beroep van de directeur zal dan ook ongegrond worden
verklaard.

Ten aanzien van het beroep van klager overweegt de beroepscommissie als volgt. De beroepscommissie verstaat dit beroep als alleen gericht tegen de hoogte van de toegekende tegemoetkoming. De beklagcommissie heeft het beklag bij uitspraak van 29 oktober
2013 gegrond verklaard en een tegemoetkoming toegekend van € 50,=. De tegemoetkoming is gebaseerd op € 10,= voor elke maand dat klager na het instellen van het beklag tot aan de beslissing van de beklagcommissie niet over de PSP kon beschikken. De
beroepscommissie acht het uitgangspunt van de beklagcommissie en de daarop gestoelde toekenning van € 50,= op zich zelf juist.
Gebleken is dat ook na de uitspraak van de beklagcommissie de invoer van de PSP is geweigerd, terwijl overigens die weigering slechts mogelijk is na een schorsingsbeslissing van de voorzitter van beroepscommissie. Nu klager derhalve ook na 29 oktober
2013 ten onrechte niet heeft kunnen beschikken over de PSP, ziet de beroepscommissie aanleiding voor toekenning van een hogere tegemoetkoming waarbij eveneens als grondslag is gekozen voor een bedrag van € 10,= per maand. Het beroep zal dan ook gegrond
worden verklaard en aan klager zal een tegemoetkoming van € 70,= worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre.
De beroepscommissie verklaart het beroep van klager gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 70,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. G.M. Mohanlal, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 8 januari 2014

secretaris voorzitter

Naar boven