Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3305/GB, 13 december 2013, beroep
Uitspraakdatum:13-12-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/3079/GB

Betreft: [klager] datum: 13 december 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.C. Levy, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 september 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de locatie Norgerhaven te Veenhuizen of een h.v.b. in het noorden van het land afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 1 augustus 2013 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De rechter-commissaris te Rotterdam heeft een bevel tot voorlopige verpleging ten aanzien van klager afgegeven. In dit bevel staat vermeld dat de voorlopige verpleging zal worden ondergaan in de p.i. Krimpen aan den IJssel of in een h.v.b. elders in
Nederland. De mogelijkheid tot overplaatsing wordt door de rechter-commissaris opengelaten. Klager verblijft, in afwachting van een beslissing op de vordering van de officier van justitie (OvJ) tot omzetting van klagers maatregel tot
terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden in een tbs met dwangverpleging, op de bijzondere zorg afdeling in de p.i. Krimpen aan den IJssel. De zaak is op 16 augustus 2013 aangehouden voor onbepaalde tijd en verwezen naar de rechter-commissaris om
twee gedragsdeskundigen te benoemen. Indien de vordering van de OvJ wordt afgewezen, zal de tbs met voorwaarden op 24 januari 2014 aflopen zonder mogelijkheid tot verlenging.
Nu tot op heden nog geen gedragsdeskundigen zijn benoemd, valt niet te verwachten dat op korte termijn uitspraak zal worden gedaan in klagers zaak. Klager komt in de p.i. Krimpen aan den IJssel voortdurend in aanraking met zijn oude criminele netwerk.
Klager wil graag teruggeplaatst worden naar een inrichting in het noorden van het land, omdat hij zijn behandeling daar positief heeft afgerond en hij daar geen negatief netwerk heeft.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager verzoekt om overplaatsing naar een h.v.b. in de regio Groningen, om de reiskosten en reistijd van zijn vriendin te verminderen en omdat hij met zijn verleden wil breken door uit de regio Rotterdam weg te blijven. Klager is als tbs-passant
ingesloten voor het arrondissementsparket Rotterdam. Klagers verzoek is afgewezen, omdat de capaciteit van de inrichtingen in Veenhuizen en Leeuwarden in beginsel bestemd is voor gedetineerden die ingesloten zijn voor het arrondissementsparket
Groningen. Gedetineerden dienen zoveel mogelijk binnen het arrondissement van insluiting te worden geplaatst omwille van de beschikbaarheid voor de rechtsgang, de transportkosten en het onderzoek. Slechts in bijzondere gevallen wordt een uitzondering
gemaakt op dit beleid. Er dient dan sprake te zijn van een sociale en/of medische indicatie die onderbouwd is met verklaringen van een deskundige. In het geval van klager was er onvoldoende aanleiding om een uitzondering te maken.

4. De beoordeling
Klager verzoekt om overplaatsing naar een h.v.b. in het noorden van het land teneinde bezoek te kunnen ontvangen en contact met zijn oude criminele netwerk te vermijden. Klager is op 2 augustus 2013 op grond van een bevel tot voorlopige verpleging
overgebracht naar het h.v.b. van de p.i. Krimpen aan den IJssel in afwachting van de beslissing van de rechtbank Rotterdam op de vordering van de OvJ strekkende tot omzetting van de tbs met voorwaarden in een tbs met verpleging van overheidswege. De
beroepscommissie is van oordeel dat de selectiefunctionaris het belang van een goede rechtsgang in het onderhavige geval zwaarder heeft kunnen laten wegen dan de door klager gestelde persoonlijke belangen bij een overplaatsing. Voorop staat dat klager
is geplaatst in een inrichting die bestemd is voor het arrondissement alwaar zijn zaak dient. Van een bijzonder geval om daar van af te wijken is niet gebleken. Zo zijn de bezoekproblemen inherent aan het ondergaan van detentie en vormen deze,
eveneens behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Hetgeen klager in dat kader heeft aangevoerd kan niet als een dergelijke bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. Hetgeen klager voor het overige heeft aangevoerd kan naar het
oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beoordeling leiden. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan derhalve, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of
onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 13 december 2013

secretaris voorzitter

Naar boven