Nummer: 13/2945/GB
Betreft: [klager] datum: 5 december 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 2 september 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing, waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 2 februari 2013 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de locatie Zoetermeer. Op 23 oktober 2013 is klager geplaatst in de gevangenis van de locatie De Schie.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Door de medewerkers van het bureau selectie- en detentiebegeleiding is toegezegd dat klager vanaf 27 mei 2013 geplaatst zou worden in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i). Klager wenst niet
geplaatst te worden in een gevangenis maar in een (zeer) beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.). Klager vormt geen vlucht- en maatschappelijk risico. Klager beschikt tevens over een aanvaardbaar verlofadres en heeft een laag risicoprofiel. Het
verdient aanbeveling om klager in een minder streng regime te plaatsen. Klager voldoet aan alle wettelijke criteria voor plaatsing in een b.b.i. Het feit dat er nog geen reclasseringsrapport is opgesteld kan niet aan klager worden tegengeworpen. Klager
heeft hier geen invloed op.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Ingevolge het beleid van het bureau selectiefunctionarissen kan iemand, wanneer er geen reclasseringsrapport aanwezig is, niet doorfaseren naar een z.b.b.i./ b.b.i.
Voor
de eventuele plaatsing in een z.b.b.i./ b.b.i. dient het reclasseringsrapport afgewacht te worden.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie De Schie is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Tot op heden is er nog geen reclasseringsrapport voorhanden. De beroepscommissie merkt op dat de wet, om in aanmerking te komen voor detentiefasering, niet het vereiste stelt van een reclasseringsrapport. Door de selectiefunctionaris is
onvoldoende gemotiveerd waarom in klagers specifieke geval een reclasseringsrapport desondanks vereist is. Het feit dat er nog geen reclasseringsrapport aanwezig is, kan klager niet worden tegengeworpen. Ondanks de afwezigheid van een
reclasseringsrapport is er, op grond van artikel 2, eerste lid, onder d, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, een contra-indicatie voor plaatsing in een z.b.b.i. Op grond van dit artikel kan een gedetineerde enkel
geplaatst worden in een z.b.b.i. wanneer de schuld of geldboete lager is dan €226,=. Uit het selectieadvies van de locatie Zwaag blijkt dat klager bij het CJIB voor €470,= aan vorderingen heeft openstaan. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van M.E.H. Nijp, secretaris, op 5 december 2013
secretaris voorzitter