Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1179/TA, 3 december 2013, beroep
Uitspraakdatum:03-12-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

nummer: 13/1179/TA

betreft: [klager] datum: 3 december 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 maart 2013 van de beklagcommissie bij FPC Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 juli 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel is klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse, gehoord. Het hoofd van de inrichting heeft schriftelijk laten weten niet
ter zitting aanwezig te zullen zijn.
Op 4 oktober 2013 is personeelslid O. van de inrichting door een lid van de Raad gehoord. Klager en zijn raadsvrouw zijn in de gelegenheid gesteld te reageren op het hiervan opgemaakte verslag. Op 1 november 2013 is een reactie ontvangen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag – voor zover in beroep aan de orde - betreft het doen van uitlatingen door het personeel over klager aan de vriendin van klager, [...].

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het handelen van inrichtingswerkers dat voortvloeit uit de vervulling van opgedragen taken zijn volgens de jurisprudentie van de
beroepscommissie beklagwaardige beslissingen. Klager klaagt over het feit dat personeelsleden hem onheus bejegenen door aan derden onjuiste informatie te verstrekken. Zo heeft het personeelslid M. aan zijn vriendin gevraagd of het wel verstandig is om
bij klager op bezoek te gaan, omdat hij levensgevaarlijk zou zijn. Door dergelijke mededelingen loopt klager schade op in het contact met zijn netwerk. Het doen van onjuiste mededelingen over klager levert een inbreuk op zijn privacy op. Ook op deze
grond dient klager ontvankelijk in zijn beklag te worden verklaard. Klager wordt op een bepaalde manier neergezet, waardoor zijn contact met de buitenwereld is veranderd. Voor klager is het hierdoor moeilijker om het verleden achter zich te laten en
opnieuw te beginnen.
Het is al een paar keer eerder gebeurd dat het personeel aan zijn contacten mededelingen doet over klager. Klager heeft er geen moeite mee dat nieuw bezoek door maatschappelijk werk wordt gescreend. Klager meent dat het personeel te ver gaat door tegen
zijn bezoek te zeggen dat klager levensgevaarlijk is. Jessica heeft aangegeven dat zij niet meer op bezoek komt, omdat zij bang van klager is geworden.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Door het personeel worden geen andere uitlatingen gedaan dan strikt noodzakelijk in verband met de screening van het bezoek door het
maatschappelijk werk. Indien klager een verschil van mening heeft met het personeel van de afdeling dan dient hij dit met het betreffende personeelslid te bespreken of met de clustermanager.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Ook na het horen van het betreffende personeelslid door een lid van de beroepscommissie is niet
aannemelijk geworden dat door het personeel uitlatingen zijn gedaan over klager in de richting van klagers toenmalige vriendin Jessica. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 3 december 2013

secretaris voorzitter

Naar boven