Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3349/GB, 27 november 2013, beroep
Uitspraakdatum:27-11-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/3349/GB

Betreft: [klager] datum: 27 november 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.M. Oldenburg, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 augustus 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te selecteren voor de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 4 oktober 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de p.i. Haarlem. Op 10 december 2012 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is ontvankelijk in zijn bezwaar. De selectiefunctionaris heeft de beslissing op 29 juli 2013 genomen, klager heeft deze beslissing op 2 augustus 2013 ontvangen en op 8 augustus 2013
hiertegen bezwaar ingesteld. Klager wil zijn verloven doorbrengen bij zijn moeder in Amsterdam. Op het adres staan geen mensen ingeschreven die bekend zijn bij de politie en er zijn evenmin justitiële gegevens bekend. De buurtregisseur geeft aan
bezwaar
te hebben omdat er in de buurt jeugdigen en volwassenen zijn die zich bezighouden met soortgelijke feiten als waarvoor klager is veroordeeld. Klager heeft geen vaste woon- of verblijfplaats waardoor het logisch is dat hij zijn verloven bij zijn moeder
doorbrengt. Bovendien gaat het bezwaar van de buurtregisseur op voor elke plaats in Nederland. Er is bijna geen plek te vinden waar jeugdigen en volwassenen zich niet schuldig maken aan het overtreden van de Opiumwet. Klager is bereid om een ander
verlofadres op te geven en heeft dit in zijn beroepschrift ook gedaan. Klager kan zijn leven verbeteren en resocialisatie is een goede manier om weer in de samenleving terug te keren. Het feit dat klager zich in het verleden schuldig heeft gemaakt aan
soortgelijke strafbare feiten als de strafbare feiten waarvoor klager thans in detentie verblijft, doet hier niets aan af. Gelet op de naderende v.i.-datum is er onvoldoende reden om klager detentiefasering te weigeren.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Door het Openbaar Ministerie (OM) is negatief geadviseerd op klagers verzoek, gelet op het feit dat klager meer dan één jaar leiding heeft gegeven aan een door hem opgerichte criminele bende terwijl hij in detentie zat en het feit dat klager zich al
eerder schuldig heeft gemaakt aan soortgelijke strafbare feiten. De reclassering heeft klagers recidiverisico als hoog/gemiddeld ingeschat. Er zijn nog aandachtspunten waaraan gewerkt moet worden. Daarnaast wordt klagers omgeving niet geschikt geacht
om
verloven door te brengen. Om te voorkomen dat klager opnieuw in de fout gaat, is een andere verlofomgeving noodzakelijk. Wanneer klager een ander verlofadres heeft gevonden is de selectiefunctionaris bereid om een eventuele plaatsing in een b.b.i.
opnieuw te beoordelen.

4. De beoordeling
4.1. Nu klager onomstreden heeft gesteld de selectiebeslissing van 29 juli 2013 op 2 augustus 2013 te hebben ontvangen en het bezwaar op 8 augustus 2013 heeft ingesteld, is zijn bezwaar tijdig ingediend. De selectiefunctionaris heeft derhalve ten
onrechte klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar. De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift ook inhoudelijk beoordeeld en ongegrond bevonden. Gelet hierop zal de beroepscommissie het beroep verder inhoudelijk beoordelen.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een
strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris dient bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk te worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat het meest
recente reclasseringsadvies dateert van 8 november 2010. Hoewel klagers verlofadres is gelegen in een wijk die bij de buurtregisseur bekend blijkt te staan als een wijk waar jeugdigen en volwassenen verblijven, die hetzelfde delictgedrag vertonen als
het delict waarvoor klager thans gedetineerd is, is niet gebleken dat er problemen zijn ten aanzien van het specifieke adres waar klager zijn regimaire verloven wil doorbrengen. Evenmin is concreet aangegeven wat de eventuele band tussen klager en deze
personen zou zijn. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing dient te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een
termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van M.E.H. Nijp, secretaris, op 27 november 2013

secretaris voorzitter

Naar boven