Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2805/GB, 18 november 2013, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/2805/GB

Betreft: [klager] datum: 18 november 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 augustus 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 22 januari 2013 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel. Op 22 april 2013 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel, waar een regime van algehele
gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager kan pas in aanmerking komen voor verlof nadat een aantal geïndiceerde interventies afgerond zijn. Uit het feit dat klager deze interventies nog niet heeft afgerond, kan niet worden
afgeleid dat klager een meer dan beperkt maatschappelijk risico vormt. Klager volgt momenteel de Cova- en leefstijltraining. Hij functioneert goed in de inrichting. Niet valt in te zien waarom eventuele risico’s bij verlening van regimair verlof niet
kunnen worden ondervangen middels het stellen van bijzondere voorwaarden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Uit het selectieadvies van de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel volgt dat geadviseerd wordt om het verblijf van klager in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel te continueren zodat klager kan starten met het volgen van de
Cova-training. Door het Multi Disciplinair Overleg en de Verlof Commissie van de p.i. Krimpen aan den IJssel is negatief geadviseerd op klagers verzoek. De directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel heeft klagers verlofaanvraag afgewezen.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een
strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat uit het
selectieadvies van de p.i. Krimpen aan den IJssel blijkt dat geadviseerd is klagers verblijf in de p.i. Krimpen aan den IJssel te continueren zodat klager kan starten met het volgen van de Cova-training en deze kan afronden. Klager is inmiddels gestart
met de Cova- en leefstijltraining maar heeft nog geen certificaat behaald. De Cova-training dient eerst afgerond te worden. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van M.E.H. Nijp, secretaris, op 18 november 2013

secretaris voorzitter

Naar boven