Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3125/GB, 18 november 2013, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/3125/GB

Betreft: [klager] datum: 18 november 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.J.R. Roethof, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 september 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) Scheveningen te Den Haag ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 17 juli 2010 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel. Op 1 augustus 2013 is hij overgeplaatst naar het PPC Scheveningen, waar een individueel regime geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is van mening dat hij in een reguliere setting binnen een gevangenis hoort te verblijven en niet in een PPC. Klagers overplaatsing naar een PPC berust niet op goede gronden. De directe aanleiding voor klagers overplaatsing is gelegen in de
agressieve wijze waarop klager benaderd is door een p.i.w-er van de p.i. Ter Apel. Klager is mishandeld, is opgenomen in het ziekenhuis en heeft uren in coma gelegen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Naar aanleiding van het geven van een kopstoot aan een p.i.w-er is klager in de isoleercel geplaatst. Klager is hier bezocht door een psycholoog die psychische problemen heeft vastgesteld. Er is geen reden om aan deze bevindingen, die eveneens zijn
neergelegd in de indicatiestelling, te twijfelen. De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) is verantwoordelijk voor klagers welzijn en moet ervoor waken dat klager zichzelf niet iets aan doet. In het PPC Scheveningen is de zorg en deskundigheid aanwezig
om klager te behandelen.

4. De beoordeling
4.1. Het PPC Scheveningen is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Op grond van het bepaalde in artikel 20c van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen voor plaatsing in een PPC die gedetineerden in aanmerking, ten aanzien van wie in verband met een psychiatrische stoornis, een
persoonlijkheidsstoornis, psychosociale problematiek, verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking, forensische zorg is geïndiceerd of ten aanzien van wie in verband met de vraag of forensische zorg is geïndiceerd, nadere observatie is
vereist. In de toelichting bij artikel 20c is bepaald dat de directeur van de inrichting waar de gedetineerde op dat moment verblijft aan de selectiefunctionaris advies uitbrengt over de behoefte aan forensische zorg. Dit advies wordt gegeven op basis
van screening en indicatiestelling door het psycho-medisch overleg van de inrichting of het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
indicatiestelling voor plaatsing in een PPC voldoende is gemotiveerd. Uit de indicatiestelling blijkt dat er sprake is van een posttraumatische stressstoornis en een persoonlijkheidsstoornis waarvoor forensische zorg is geïndiceerd. Tijdens zijn
verblijf in de isoleercel in de p.i. Ter Apel heeft klager een serieuze suïcidepoging gedaan. Daarnaast moet klager behandeld worden voor zijn trauma’s. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van M.E.H. Nijp, secretaris, op 18 november 2013

secretaris voorzitter

Naar boven