nummer: 13/2820/JA
betreft: [klager] datum: 18 november 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op [1993], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 22 augustus 2013 van de beklagcommissie bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Hunnerberg, locatie Nijmegen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 23 oktober 2013, gehouden in de j.j.i. De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist, zijn gehoord [...], unitmanager, en [...], juridisch medewerker, bij j.j.i. De Hunnerberg, locatie Nijmegen.
Klager, die in de gelegenheid was om zelfstandig naar de zitting te gaan, is niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van afzondering in de eigen verblijfsruimte op 31 mei 2013 van 08.00 uur tot 21.00 uur vanwege verbaal en fysiek geweld tegen personeel.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het hokje fysiek geweld is ten onrechte aangekruist. Klager voelde zich geprovoceerd. Het kan toch niet zo zijn dat als hij boos is en een discussie aangaat met de pedagogisch medewerkster dat gelijk wordt aangegeven dat hij normaal moet doen, omdat
anders zijn tv wordt afgenomen. Hij heeft niemand aangeraakt tijdens het incident, heeft zijn tv gepakt en in een hoek gegooid, terwijl de pedagogisch medewerkster al lang zijn kamer uit was. Klager keurt het niet goed dat hij de tv kapot heeft
gemaakt,
maar de benadering door het personeel was uitermate slecht en niet professioneel. Het aankruisen van het hokje fysiek geweld kan tegen hem worden gebruikt.
Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft de tv naar de deuropening gegooid. De pedagogisch medewerkster stond op dat moment in de deuropening. Hij heeft ‘kankerhoer’ in haar richting geroepen. Er valt iets te zeggen over de manier waarop klager vlak daarvoor is behandeld, maar
dat
is geen reden om met een tv te gooien. Gezegd is dat, als hij niet zou deelnemen aan de activiteiten, de tv van zijn kamer zou worden gehaald. Klager kon daar niet tegen. Het incident is met klager besproken. Hij is heel open, heeft erkend dat hij boos
was en met de tv heeft gegooid. Het incident heeft gevolgen gehad voor klagers verlofverlening.
Klager is een p.i.j.-maatregel opgelegd en hij wordt behandeld in verband met agressie.
Het gaat goed met klager, maar hij is wel altijd in beeld. Hij mag zelfstandig naar buiten.
3. De beoordeling
Uit de schriftelijke mededeling volgt dat klager na een aanvaring met een personeelslid op zijn kamer boos is geworden, een tv op de grond heeft gegooid, de tv weer heeft opgepakt en in de richting van de deur heeft gegooid, waar het personeelslid
stond. Vervolgens heeft hij het personeelslid uitgescholden voor ‘kankerhoer’. Klager heeft erkend dat hij met de tv heeft gegooid en dat hij heeft gescholden, maar heeft ontkend dat hij de tv in de richting van het personeelslid heeft gegooid. De
beroepscommissie acht niet aannemelijk geworden dat het in de schriftelijke mededeling vermelde niet juist zou zijn. Het gooien van een tv richting de deuropening waarin een medewerker staat kan worden opgevat als fysiek geweld. De medewerker liep
immers de kans geraakt te worden. Dat de medewerker niet geraakt is door de tv is hier niet relevant. Naar het oordeel van de beroepscommissie kan de beslissing van de directeur om klager ter zake een ordemaatregel van dertien uur afzondering in de
eigen verblijfsruimte op te leggen niet als onredelijk of onbillijk of disproportioneel worden aangemerkt.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan daarom niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden bevestigd met wijziging van de gronden.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.
Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J. Calkoen-Nauta, voorzitter, prof. dr. Th.A.H. Doreleijers en drs. H. Heddema, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 18 november 2013
secretaris voorzitter