Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3293/GB, 18 november 2013, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/3293/GB

Betreft: [klager] datum: 18 november 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 oktober 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Zwolle afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 31 januari 2013 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie De Kruisberg Doetinchem.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager ontvangt weliswaar bezoek van zijn vader en moeder maar dit wordt veroorzaakt doordat zij zich moreel verplicht voelen. Klagers ouders kunnen het bezoek financieel en medisch eigenlijk niet opbrengen. Klagers vader betaalt reeds klagers huur en
klagers moeder is slecht ter been.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager wordt als preventief gehechte ingesloten in het arrondissement van vervolging. Klager is ingesloten voor het parket te Arnhem. Klager heeft de medische omstandigheden van zijn moeder onvoldoende onderbouwd. Hoewel het reizen voor zijn ouders
lastig is, is het voor hun feitelijk niet onmogelijk om klager te bezoeken. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Bij aanwezigheid van bijzondere
omstandigheden kan op dit plaatsingsbeleid een uitzondering worden gemaakt. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekproblemen kan niet als een bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van
detentie en bovendien blijkt dat klager niet verstoken blijft van bezoek. Klager heeft onvoldoende onderbouwd dat zijn moeder vanwege haar gezondheid niet in staat is om klager te bezoeken. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van
de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van M.E.H. Nijp, secretaris, op 18 november 2013

secretaris voorzitter

Naar boven