Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3660/GB, 14 november 2013, beroep
Uitspraakdatum:14-11-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/3660/GB

Betreft: [klager] datum: 14 november 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 oktober 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 19 november 2013 te melden in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Klager is op 7 november 2012 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 120 dagen. Voornoemde uitspraak is op 12 december 2012 onherroepelijk geworden. Op 28 december 2012 heeft klager schriftelijk verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep zich in
de
b.b.i. van de locatie Westlinge te melden. Klager is opgeroepen zich op 30 mei 2013 te melden. Op 23 mei 2013 is klager uitstel verleend en opgeroepen zich op 17 september 2013 te melden in de b.b.i. van de locatie Westlinge. Naar aanleiding van deze
oproep heeft klager op 29 augustus 2013 wederom om uitstel verzocht. Op 2 september 2013 is klager uitstel verleend en opgeroepen zich op 19 november 2013 te melden in de b.b.i. van de locatie Westlinge.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Op 18 september 2013 is klager in zijn winkel onterecht gearresteerd. De gevolgen van zijn onterechte arrestatie zijn erg groot. Door zijn arrestatie heeft klagers personeel ontslag genomen waardoor
klager er thans alleen voor staat in zijn bloemenwinkel. Wanneer klager in november en december 2013 niet kan werken kan hij zijn maandelijkse kosten niet betalen en raakt hierdoor zijn kinderen, woning en bedrijf kwijt. Klager blijft dan zitten met
een
schuld van €100.000,=. Klager heeft om zes weken uitstel verzocht.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Aan klager is reeds twee keer uitstel verleend voor een ruime periode. Bij het verlenen van uitstel aan klager zijn afspraken gemaakt. Hetgeen door klager is verzocht is geen reden geweest om klager wederom, voor een derde keer, uitstel te verlenen. De
selectiefunctionaris, het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) en het Landelijk Coördinatiepunt Arrestatiebevelen (LCA) hebben geen rol gespeeld in klagers arrestatie. Klager is sinds 28 december 2012 bekend met het feit dat zijn gevangenisstraf
van 120 dagen ten uitvoer zal worden gelegd en heeft dientengevolge geruime tijd de gelegenheid gehad om maatregelen en voorzieningen te treffen om de consequenties van zijn detentie op te vangen en tegemoet te treden.

4. De beoordeling
4.1. De selectiefunctionaris heeft klagers bezwaarschrift gericht tegen de oproep zich op 19 november 2013 te melden in de b.b.i. van de locatie Westlinge niet-ontvankelijk verklaard omdat klager zijn bezwaarschrift niet binnen de gestelde termijn
van zeven dagen gelet op artikel 17, tweede lid en artikel 61, vijfde lid, van de Pbw zou hebben ingediend. Ten onrechte heeft de selectiefunctionaris klagers brief van 21 oktober 2013, inhoudende een verzoek tot uitstel, als een bezwaarschrift
aangemerkt en er een beslissing op genomen. De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot uitstel als bezwaarschrift aangemerkt en ten overvloede inhoudelijk beoordeeld. Gelet hierop zal de beroepscommissie het beroep verder inhoudelijk
beoordelen.

4.2. De b.b.i. van de locatie Westlinge is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.3. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.4. Op 28 december 2012 heeft klager schriftelijk verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep zich in een b.b.i. te melden voor de tenuitvoerlegging van de op 7 december 2012 opgelegde gevangenisstraf van 120 dagen. Aan klager is inmiddels al
twee keer uitstel verleend, waardoor klager voldoende tijd heeft gekregen om de consequenties van zijn aanstaande detentie op te vangen. De mogelijke consequenties en tegenslagen dienen voor zijn rekening te komen. Klager heeft personeel aangenomen om
zijn detentieperiode op te vangen. Het feit dat dit personeel ontslag heeft genomen, is een omstandigheid die voor klagers rekening komt. Dat het personeel ontslag zou hebben genomen naar aanleiding van de arrestatie van klager maakt dat niet anders.
De
op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van M.E.H. Nijp, secretaris, op 14 november 2013

secretaris voorzitter

Naar boven