nummer: 13/2788/GA
betreft: [klager] datum: 13 november 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.G.C. van Riet, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 16 augustus 2013 van de beklagcommissie bij de locatie Norgerhaven te Veenhuizen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de oplegging van een bijzondere voorwaarde tijdens het algemeen verlof, inhoudende dat klager van 20.00 uur tot 7.00 uur op het verlofadres dient te verblijven.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Oplegging van de bijzondere voorwaarde “een avondklok”, is met name gebaseerd op het advies van de politie
Amsterdam-Amstelland. Klager is inderdaad in 2011 aangehouden op verdenking van het plegen van een gewapende overval. Medeverdachten zouden in de buurt van klagers ouders – het verlofadres – wonen. In het advies is echter niet meegewogen dat klager op
1
februari 2013 is vrijgesproken van het plegen van deze overval. Verder is niet meegewogen dat weliswaar in 2012 op het verlofadres een doorzoeking is gedaan, maar daarbij niets is aangetroffen. Bovendien is de overval waarvan klager thans wordt
verdacht
gepleegd om 10.30 uur in de ochtend, zodat niet valt in te zien hoe het opleggen van een avondklok bijdraagt aan het voorkomen van slachtofferconfrontatie. De bijzondere voorwaarde is dan ook gebaseerd op onjuiste/onvolledige informatie, niet op de
persoon toegesneden en in het dossier zijn geen aanknopingspunten te vinden die oplegging van een avondklok rechtvaardigen. De beklagcommissie heeft overwogen dat klager niet in zijn belangen is geschaad. Dit neemt echter niet weg dat er een
zorgvuldige
en op de persoon van de gedetineerde gebaseerde afweging gemaakt dient te worden. Klager verzoekt om toekenning van een schadevergoeding.
De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie.
3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie heeft hierbij in aanmerking genomen dat de directeur zich bij zijn beslissing om aan
klager verlof te verlenen met als bijzondere voorwaarde dat hij tussen 20.00 en 7.00 uur op het verlofadres dient te verblijven, niet enkel heeft gebaseerd op het advies van de politie, maar tevens op het negatieve advies van het Openbaar Ministerie en
het negatieve advies van het Multidisciplinair Overleg. Voor zover klager aanvoert dat geen zorgvuldige belangenafweging heeft plaatsgevonden, overweegt de beroepscommissie dat - wat daar verder ook van zij - klager niet heeft betwist dat het doel van
zijn verlof erin was gelegen zijn moeder te bezoeken en niet valt in te zien hoe hij door oplegging van een avondklok in zijn belangen is geschaad. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem - Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 13 november 2013
secretaris voorzitter