Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2131/GA, 30 oktober 2013, beroep
Uitspraakdatum:30-10-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/2131/GA

betreft: [klager] datum: 30 oktober 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.H.W. Spoelstra, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 3 juli 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 oktober 2013, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, zijn klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. P.H.W. Spoelstra, en de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Dordrecht, [...], gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering op het verzoek een dekbedovertrek en een eigen televisie en radio in te mogen voeren.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De raadsman heeft het woord gevoerd overeenkomstig de door hem ter zitting overgelegde pleitnota. Daarin is – zakelijk weergegeven – het
volgende naar voren gebracht. Klager is vanuit de locatie Zoetermeer overgeplaatst naar de p.i. Dordrecht, zonder dat hij om deze overplaatsing heeft gevraagd. In de locatie Zoetermeer had klager de goederen reeds onder zich. Ook in de p.i. Lelystad
was
dit het geval. De goederen zijn nimmer uitgevoerd en zijn, voor zover van toepassing, verzegeld. Klager is bij overplaatsing naar de p.i. Dordrecht niet geïnformeerd over de (huis)regels. Pas bij binnenkomst in de inrichting hoorde klager over deze,
andere, regels. Gelet op de door de directeur van de eerdere inrichting(en) gegeven toestemming voor invoer van de goederen, is klager van mening dat de directeur van de p.i. Dordrecht de invoer van de goederen zou moeten toestaan. In paragraaf
4.5.1.1.
van de huisregels is bepaald dat het niet is toegestaan om voorwerpen van dezelfde soort als voorwerpen die deel uitmaken van de rijkswege verzorgde inventaris op cel te hebben. De inrichting verstrekt weliswaar beddengoed, maar dit is geen dekbed. Ook
verstrekt de inrichting geen radio en televisie, maar biedt deze alleen te huur aan. In de huisregels is echter niet vermeld dat een radio en televisie via de inrichting gehuurd zouden moeten worden. Verder is in paragraaf 4.5.1.2. van de huisregels
vermeld dat een radio van 50 x 40 x 70 cm is toegestaan. Klager erkent dat zijn radio groter is dan op grond van de huisregels is toegestaan, maar hij begrijpt niet waarom de radio in de locatie Zoetermeer dan wel was toegestaan. Klager zit een
gevangenisstraf uit van (netto) tien jaar. Hij heeft nog vier jaar te gaan. Het is belangrijk voor hem om zijn eigen spullen op cel te hebben. Het is niet goed te begrijpen waarom iets in de ene inrichting wel wordt toegestaan en in de andere
inrichting
niet. Het beklag is ontvankelijk, want klager klaagt over de toepassing van de huisregels. Die kunnen verschillend worden uitgelegd. De in de huisregels genoemde lijst van toegestane voorwerpen is niet limitatief maar indicatief.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. In de p.i. Dordrecht zijn de regels wat strakker dan in sommige andere inrichtingen. Het is in de p.i. Dordrecht niet
toegestaan een eigen televisie in te voeren in verband met de aansprakelijkheid daarvoor. Televisies worden te huur aangeboden. De p.i. Dordrecht heeft ook onvoldoende opslagcapaciteit bij de visitatie. Invoer van een dekbedovertrek is niet toegestaan
aangezien er spullen in kunnen worden verstopt. Bij een celinspectie moeten twee personeelsleden een cel in twintig minuten kunnen controleren. Wat betreft de radio licht de directeur toe dat gedetineerden een radio in de muur op cel hebben. Klagers
radio mocht niet worden ingevoerd, omdat die niet voldeed aan het op grond van de huisregels maximaal toegestane formaat. In de toekomst zullen de regels voor alle inrichtingen meer gestandaardiseerd worden.

3. De beoordeling
In de huisregels van de p.i. Dordrecht is in paragraaf 4.5.1. onder “verboden voorwerpen”, voor zover hier van belang, bepaald: “Het is u niet toegestaan onder uw berusting te houden: a. voorwerpen van dezelfde soort als de voorwerpen die deel uitmaken
van de van rijkswege verzorgde inventaris van uw verblijfsruimte of de gezamenlijke woon- en werkruimtes van u en uw medegedetineerden (..) h. alle voorwerpen die niet genoemd worden in de hieronder vermelde paragraaf toegestane voorwerpen”. Onder de
“toegestane voorwerpen” is vermeld dat het gedetineerden is toegestaan om, voor zover hier van belang, een eenvoudige verzegelde radio-, cassette- of compactdiscspeler dan wel een combinatie daarvan met vaste boxen niet groter dan 50 x 40 x 70 cm,
waarvan de opnamemogelijkheid onklaar is gemaakt en alle gebruiksvoorwerpen die via de inrichting kunnen worden gehuurd, zoals televisie en koelkast, onder zich te houden.

In de p.i. Dordrecht krijgen gedetineerden beddengoed verstrekt. Een dekbedovertrek valt naar het oordeel van de beroepscommissie onder beddengoed. Het is een algemene in de inrichting geldende regel dat voorwerpen die deel uitmaken van de van
rijkswege
verzorgde inventaris van de verblijfsruimte, zijn verboden. Tevens is het een algemene regel dat radio’s die groter zijn dan het op grond van de huisregels toegestane formaat van 50 x 40 x 70 cm niet zijn toegestaan in de inrichting. Klager heeft
toegegeven dat zijn radio groter is dan op grond van de huisregels van de p.i. Dordrecht is toegestaan. Verder zijn in de p.i. Dordrecht op grond van de huisregels enkel gehuurde televisies toegestaan. In de huisregels is duidelijk vermeld dat alle
voorwerpen die niet zijn vermeld onder de “toegestane voorwerpen”, zijn verboden. Gelet op het voorgaande klaagt klager dan ook over algemene in de inrichting geldende regels, die niet in strijd zijn met hogere wet- en/of regelgeving. Hij heeft naar
het
oordeel van de beroepscommissie geen bijzondere redenen aangevoerd waarom daarvan zou moeten worden afgeweken. Gelet hierop is de beroepscommissie dan ook van oordeel dat klager niet kan worden ontvangen in zijn beklag. De uitspraak van de
beklagcommissie zal, gelet op het voorgaande, dan ook worden vernietigd en klager zal alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.

Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat zij met klager van oordeel is dat het wenselijk is dat tussen de inrichtingen wordt afgestemd welke voorwerpen verboden dan wel toegestaan zijn.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 30 oktober 2013

secretaris voorzitter

Naar boven