Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1949/TB, 28 oktober 2013, beroep
Uitspraakdatum:28-10-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1949/TB

betreft: [klager] datum: 28 oktober 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 21 juni 2013 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 30 september 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. A.L. Louwerse, en namens de Staatssecretaris, [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het
ministerie van Veiligheid en Justitie.

Klager is ziek en heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft het verzoek van klager tot overplaatsing naar een andere tbs-kliniek afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager is achtereenvolgens geplaatst in FPC Dr. S. van Mesdag, FPC De Kijvelanden en FPC Dr. Henri van der
Hoevenkliniek. Sinds 24 februari 2011 verblijft klager in FPC Veldzicht (hierna: Veldzicht).
Bij brief van 19 maart 2013 heeft klagers raadsvrouw om overplaatsing naar een andere tbs-kliniek verzocht. Klager heeft bij brieven 26 november 2012 en 11 maart 2013 primair om een onderzoek in het Pieter Baan Centrum (PBC) en subsidiair om
overplaatsing naar een ambulante setting verzocht. De Staatssecretaris heeft deze verzoeken bij brief van 21 juni 2013 afgewezen.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Volgens klager is er sprake van een behandelimpasse. Na zijn onttrekking in november 2010 heeft klager nooit een eerlijke kans gekregen binnen Veldzicht om zijn traject opnieuw op te pakken. Dit heeft zich geuit in een groot aantal meningsverschillen
met de kliniek en een groot aantal beklag- en beroepszaken. De beroepscommissie heeft een aantal zaken gegrond verklaard. Ook ten aanzien van de medische verzorging heeft klager het vertrouwen verloren in de kliniek. Ondanks ruim twee jaar verblijf
binnen Veldzicht is er nog geen enkel zicht op verlof en resocialisatie. Mede naar aanleiding van een brief van klager aan het ministerie van Veiligheid en Justitie is de aanvraag begeleid verlof op 31 januari 2013 afgewezen. De Staatsecretaris weigert
een overplaatsing, omdat Veldzicht de behandeling wil voortzetten. Veldzicht is van mening dat de problemen in de lijn van klagers problematiek liggen en dat in een andere kliniek zich dezelfde problemen zullen voordoen. Klager betwist dit
nadrukkelijk.
Een verloftraject duurt ongeveer twee jaar en Veldzicht zal op 1 januari 2016 worden gesloten. Klagers afdeling gaat ook dicht.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
Veldzicht heeft te kennen gegeven dat er vanuit behandelinhoudelijk oogpunt geen aanleiding is voor overplaatsing van klager. De verstoring van de behandelrelatie is een gevolg van klagers kernproblematiek. Overplaatsing biedt hiervoor geen oplossing
nu
klager naar verwachting elders tegen dezelfde problemen aan zal lopen. In het verlengingsadvies van 3 mei 2013 schrijft Veldzicht onder meer dat klager niet kritisch naar zijn eigen aandeel kan kijken en irreële eisen stelt aan het behandelteam. In het
MDO van 3 april 2013 is afgesproken dat gepoogd zal worden om uit de ontstane impasse te komen. Er worden een intensivering van het psychotherapeutisch contact en gesprekken met de psychiater aangeboden. Klager zal mee moeten werken aan de behandeling.
Aangezien Veldzicht nog mogelijkheden ziet in klagers behandeling is er geen aanleiding voor nader onderzoek in het PBC.
Aan klager kan pas verlof worden toegekend indien hij zich inzet voor de behandeling. Er is nog voldoende tijd om een basis voor behandeling te creëren voordat Veldzicht gesloten wordt.

4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

In het verlengingsadvies van 3 mei 2013 wordt gesteld dat de therapeutische mogelijkheden van klager zeer beperkt zijn. De persoonlijkheidsproblematiek heeft al sinds vele jaren een bestendig karakter en is slechts matig beïnvloedbaar middels therapie.
Dat betekent dat verdere (psychotherapeutische) behandeling zich voornamelijk moet richten op overeenstemming over het risicomanagement.
In het MDO van 3 april 2013 is afgesproken dat getracht zal worden klager weer op de rails te krijgen en klager zal een aanbod worden gedaan om de behandeling weer op te pakken.
Veldzicht acht het van groot belang dat de samenwerkingsrelatie met de behandelaars goed is en dat wordt gewerkt op basis van overeenstemming over het behandelplan. Alvorens over te gaan tot het aanvragen van verlof is het van belang dat klager langere
tijd zichtbaar achter de behandeling in Veldzicht staat door zich in te zetten voor aangeboden behandelonderdelen en niet te focussen op overplaatsing.

De beroepscommissie oordeelt dan ook dat de afwijzing van klagers verzoek bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 28 oktober 2013

secretaris voorzitter

Naar boven